Maandelijks archief: maart 2017

De wandklok

Als ik deze ochtend moet werken valt mijn oog op een wandklok aan de muur van het kantoor. Even uitrekken, klok omdraaien, het radartje draaien, wijzers een uur voorruit, de wandklok omdraaien, tijd controleren en weer aan de muur. Met een glimlach, die wordt veroorzaakt met de gedachte dat hier misschien morgenochtend hier iemand binnenkomt en zich afvraagt hoe in de ruimte waar normaal niemand in het weekend komt de klok een uur vooruit staat. Ik geniet altijd van dit soort momenten. De tijd in mijn handen. Even spelen en iedereen is weer bij de tijd. Want mijn actie is geen grap. De zomertijd is namelijk weer ingegaan. Twee keer per jaar spelen we met de tijd. Vooruit en weer achteruit. In het voorjaar voorruit, in het najaar naar achteren. In 1977 werd de zomertijd voor het eerst in Nederland ingevoerd. In dat jaar waren er nog veel meer klokken die moesten worden bijgesteld, dan nu. De aanwezigheid van de tijd op onze smartphone, op onze computer en andere elektronische apparatuur, heeft bijvoorbeeld veel straatklokken laten verdwijnen. Ook een groot hoeveelheid kerktorens met de daarop aanwezige klokken zijn door de teruggang van het aantal kerkbezoekers verdwenen. En ik zelf draag ook geen polshorloge meer. Buiten het kantoor in de grote hal van het dagcentrum hangt ook een wandklok. Ik loop naar de plek boven de wasbak. Een spijker. Verder is de plek leeg de wandklok is weg.

Enkele dagen later. Het is woensdagochtend. De afspraak voor deze ochtend is kwart voor elf. Precies op tijd worden we geroepen voor het adviesgesprek op de middelbare school, waar onze dochter en wij voor hebben gekozen. Hetzelfde kantoor waar we jaren geleden met de oudere zus hebben gezeten. De tafel waar twee laptops op staan is inmiddels een kwart slag gedraaid. Ik stap als eerste het kantoor binnen en ga aan zijkant zitten. Een in dit verhaal relevant gegeven. Mijn vrouw en dochter nemen plaats tegenover de laptop plekken met hun rug naar de deur.

Na een aantal minuten kijk ik naar de deur en valt mijn oog op een zilvergrijze wandklok met datum. Bijna tien uur. Bijna tien uur? In dit kantoor is niemand in het weekend of later in het begin van deze week geweest, die zijn arm uitstrekte, de klok pakte en de wijzers heeft verzet.

Eerlijk gezegd de wandklok hangt wat hoog om eenvoudig bij te komen. Een wandklok waar je makkelijk bijkomt, hangt vaak te laag.  Een wandklok impliceert een hoge plek aan de muur. Voordat een wandklok aan de muur hangt kunnen wij hem in de hand houden en ergens neerleggen. In een rollator bijvoorbeeld ideaal voor iemand met slecht zicht.

Een dame van ruim negentig. Achter haar rollator wandelt ze elke dag vanuit haar kamer op de tweede verdieping naar andere plekken in het huis. Meestal naar beneden. De kapper, de receptie, de eetzaal en de binnentuin. Altijd met rollator en altijd met haar opvallende klok in het mandje van diezelfde rollator. Elke dag weer. Op een gegeven ogenblik komt ze dan weer met de lift op haar kamer op de tweede verdieping terecht.

IMG-20170331-WA0001

En dan volgt er een gebeurtenis waarbij ik met de sociale werkster bij de lift op de vierde etage sta. De lift deuren gaan open. Totaal onverwacht stapt de dame van de tweede uit de lift. Zonder rollator. ‘Waar is uw rollator, u kunt zo vallen’. Deze vraag en zorg wordt uitgesproken door de sociale werkster.

Er komt geen antwoord. Mevrouw kijkt ons verbaasd aan. Met alleen haar wandklok in haar hand is ze in ieder geval bij de tijd.

© Amiad Ilsar.

 

 

 

 

De piano

Het concert van de pianist en violist is voorbij. De eetzaal, van ons verzorgingshuis, die deze dinsdagmiddag dienst heeft gedaan als concertzaal loopt leeg en een aantal mensen op rolstoelen worden door vrijwilligers en medewerkers naar de afdeling gebracht. Een laatste vrouw rijd ik op haar rolstoel naar de lift. Bij het uitrijden van de eetzaal vang ik klanken op. Het lijkt even heel onwerkelijk het zijn geluiden van een piano. Weer een piano?

De lift brengt mij met de vrouw naar de tweede verdieping. Daar worden de pianoklanken steeds luider en begrijp ik dat er iemand op de vleugel speelt. De vleugel staat op een grote open ruimte, het pleintje genaamd. Achter de vleugel zit een vrouw, die elke dinsdag op bezoek komt bij een man, die gekluisterd in zijn rolstoel op de derde verdieping woont. De man zit naast de piano. De vrouw is een muzikant. Een muzikant, die een muziekinstrument ziet gaat erop spelen. De tonen van de vleugel vullen de gehele holle ruimte waar vier verdiepingen omheen zijn gebouwd.

De tonen van de muziek kiezen hun weg in de ruimte. Twee hoofden verschijnen over de balustrade van de derde verdieping. Als de klanken wegsterven, wordt er door twee paar handen geklapt. De man in de rolstoel blijft stil, onbewogen. Niet in staat om te klappen.

IMG-20170322-WA0000

Verder in de omgeving gebeurt er niet veel. Het blijft stil. De man blijft rustig bijna onbewogen in zijn rolstoel zitten. De twee hoofden zijn na het applaus verdwenen en een aantal dames op de rij stoelen tegen de muur achter de man blijven zonder enige beweging zitten. En dan gaan de klanken gebaseerd op de muziekbladen voor de pianist weer verder.

Het is een aantal uren later. De piepende poortjes van het station hebben hun eigen klank. Ik heb mijn bus gemist. Terwijl ik de hal nader denk ik aan de pianiste. De klanken spelen weer even op in mijn hoofd en verbinden zich met een beeld in mijn hoofd. De piano in de centrale hal van dit station, waar ik enkele meters van verwijderd ben. Ik koester de wens dat ook in deze hal ik zal worden ontvangen door zwevende klanken. Het is bizar. Heel bizar. Als ik de piano nader waarop aan de zijkanten de woorden bespeel mij staat nader word mijn wens vervuld en hoor ik klanken. Er zit een man achter de piano. Hij speelt. Zijn smartphone toont hem de noten.

Gekleed in een blauwe bodywarmer en blauwe broek zit hij te spelen.  Aan de rechterzijde komen onder zijn jas een paar handboeien tevoorschijn. Het intrigeert mij. Een donkere huidkleurige man met handboeien die een piano bespeelt.

De wereld in dit station lijkt hem te ontgaan en de voorbijgangers hem. De elektronische vrouwenstem maakt regelmatig melding over een uitgevallen metro. De pianoklanken worden weggedrukt en overstemd, maar hij speelt gewoon door.

Op een bankje naast de pianoman zitten twee oudere heren. Een van hen heeft een grote bos bloemen in zijn hand. Ze converseren druk en het lijkt dat ze dwars door de muziek heen praten. Een parallelle wereld, enkele centimeters naast elkaar. Voorbijgangers lopen langs, meestal in een haastige tred. Een enkeling kijkt even op. Een vrouw loopt op de heren af onder begeleiding van de achtergrond muziek. Een van de heren staat op en omhelst en kust haar. Het drietal vervolgt zijn weg.

De pianoman stopt. Hij staat op en volgt het gezelschap met de bloemen. In stilte applaudisseer ik voor hem en ook ik verlaat de hal. Over vier minuten komt de bus.

© Amiad Ilsar.

De krant

De krant

Verandering. Verandering van keuze, verandering van condities en veranderingen van hoe volgen wij het nieuws  Het leven in tegenwicht van de stagnatie, de constante stroom van veranderingen. Veranderingen die plaatsvinden als de mens verouderd. Zeker met de technologische veranderingen van de afgelopen deccenia’s.

Veranderingen die met het met het verstrijken met de mens meebewegen, maar niet altijd door de ander worden opgemerkt.

Ook ik verander. Rond mijn puberteit werd mijn beeld op de omgeving groter. Ik kreeg interesse in de gebeurtenissen die in de wereld plaatsvonden en pakte de dagelijkse avondkrant, die ik voor mij op de grond openvouwde. Het formaat krant was in die tijd nog zo groot dat kleine kinderhanden geen grip op het bedrukte papier hadden. Onze hond had ook interesse in het papier en wel om zijn lichaam op neer te vleien. Een partij voor de dieren was er toen nog niet dus ik jaagde hem onbestraft van het dagelijkse nieuws.

Het dagelijkse nieuws waar ik oog voor had werd vooral gevormd door ongevallen, moorden en overvallen, die in die jaren nog een populaire manier van bijverdienste waren. De hang naar nieuws bleef onveranderd en is tot heden bij mij gebleven. Een krant die je nog in de bus krijgt, daar staat eigenlijk alleen nog maar oud nieuws in wat je allang hebt gelezen via het internet. De dagelijkse krant is voor velen van formaat veranderd geen krant meer van papier die je in je handen houdt, maar een verlicht rechthoekig scherm dat mij voorziet van het dagelijkse nieuws. Nieuws wat voor mij niets meer met sensatie heeft te maken.

De meest gelezen krant van Nederland wordt door mij dan ook het minst gelezen. Echter bij de ouderen in het verzorgingshuis en verpleeghuis is hij populair. Zo ook bij de honderdjarige mevrouw die ik vandaag in haar kamer voor het ontbijt kom ophalen.

Mevrouw leeft honderd jaar. Stel dat zij als puber deze krant las en rond ongeveer 1930 de krant van haar ouders kon ontfutselen, dan is zij heel wat jaren bekend met deze krant. Jaren las zij haar krant, totdat de ouderdom haar vermogen zo heeft aangetast dat lezen echt niet meer gaat. Maar een abonnement behield ze en niemand nam de moeite dit te veranderen. De krant is samen met de papieren bankafschriften het meest bezorgde papier in dit huis.

Een zorgzame verzorgster heeft dit alles niet door. ‘Hier is haar krant’, roept zij mij na, als ik met mevrouw de kamer uitrij. Ik vouw de gebeurtenissen van die woensdag op en stop deze naast haar in de rolstoel. Later die dag lees ik wat nieuws voor uit ‘haar krant’, hoewel ik betwijfel of de door mij gemaakte keuze enige verandering bracht in de stilgevallen wereld van deze mevrouw.

IMG-20170316-WA0005

©Amiad Ilsar

 

 

 

 

De onthulling van de grafsteen.

Over enkele uren is er een onthulling van een grafsteen op het graf van een in januari gestorven bewoner. De onthulling van een grafsteen is in het Jodendom een moment van stilstaan bij de ziel van de overledenen. Bij een herdenking is het gebruikelijk een aantal gebeden, waaronder het kaddiesj gebed uit te spreken. Daarvoor zijn tien Joodse mannen nodig. Op de begraafplaats zal blijken of de inspanning om tien mannen te verzamelen is gelukt. Ik heb goede hoop. Uit mijn berekeningen van de aangezegde aanwezigheid kom ik op acht mannen inclusief mijzelf.  De Portugees Joodse gemeenschap die de herdenking leid zullen na bijna mijn volle overtuiging de ontbrekende hoeveelheid mannen aanvullen. Kan bijna niet misgaan.

Even over elven ruim op tijd de ceremonie begint om 11.30 uur, rijd ik met vrouw en dochters de parkeerplaats van de honderden jaren oude Joods Portugees begraafplaats op. De ingang van de begraafplaats is aan de Kerkstraat 10. Tegenover een kerk.

De leiding van de ceremonie is er ook al. We worden uitgenodigd om binnen plaats te nemen. Maar ik wil de twee treden om naar binnen te gaan nog niet oplopen, omdat ik uitzicht wil houden op het ijzeren toegangshek en de nabije parkeerterrein. Op deze manier kan ik eventueel verdwaalde bezoekers naar de goede plek leiden en de collega’s, die met een taxi komen ontvangen.

Met het zicht op de eerder genoemde kerk zie ik de kerkdeuren opengaan. Een man met een soort zwarte jurk en twee fel afstekende witte flappen die om zijn nek hangen komt naar buiten. Hij wordt gevolgd door vele mensen, die meest twee aan twee naar buiten komen. Een zondagochtend is een moment van meerdere religieuze ceremonies. Pal tegenover elkaar. Zo dichtbij en soms zo veraf.

De plek waar de overleden man tot voor ruim een jaar geleden heeft gewoond en waar de taxi nu met een aantal bewoners van de groep moet komen is niet veraf. De taxi komt enkele minuten voor half twaalf aanrijden. Tot mijn verbazing is de broer van de overledene ook aanwezig. Super fijn dat hij ook mee is gekomen. Deze man is vele mate ernstiger beperkt dan zijn broer was en om deze man hier naar de begraafplaats mee te nemen moeten afwegingen over zijn gemaakt.

De man en de vrouw in hun elektrische rolstoel kunnen verassen de leiders van de ceremonie. Zij kunnen het huis niet naar binnen vanwege de eerder genoemde traptrede.

Problemen zijn er om opgelost te worden. De ceremonie wordt verhuist naar de ruimte waar normaal gesproken iedereen zich verzamelt voor de begrafenis. Een honderdvijftig meter verderop.

Onze ceremonie start nu ook en als de deuren worden gesloten De mannen en vrouwen hebben gescheiden tegenover elkaar hebben plaatsgenomen, zoals in de orthodoxie gebruikelijk. Ik mag de aanwezigen danken voor hun komst en geef een hele beknopte uitleg wie de overledene was. Ik heb dagen van te voren meerdere malen een tekst proberen te schrijven over de bijzondere man, maar ben nooit verder dan enkele zinnen gekomen. De overledene blonk uit in een woordeloos taalgebruik en ik kan en mag misschien deze kracht niet met echte woorden vernietigen.

Geboren in Irak, gevlucht met zijn familie naar Nederland en als jonge man krijgt hij dan zijn verdere leven zorg in het huis waar hij op negenenzestig jarige leeftijd overlijd. Enkele jaren na hun vlucht uit het vijandelijke vaderland worden zijn moeder en zussen dood aangetroffen in een woning in Amsterdam. De broers zijn in een klap alleen op de wereld. Geen familie niets, alleen nog maar aangewezen op de zorg van de instelling en de medewerkers.

Die zorg wordt erg gewaardeerd. Aan het eind van de ceremonie bij de grafsteen deze ochtend wordt door een aanwezige vrijwilliger een dankwoord uitgesproken over hoe de overledene is verzorgd. Ik maak zelf deel uitmaak van de zorg en het is mooi zoveel van mijn collega’s hier te zien. Er heerst een grote betrokkenheid. Op een plek waar iemand jaren wordt verzorgd, wordt je een soort familie met je bewoners. Een warme plek waarbij de ook vele vrijwilligers die hier aanwezig zijn een plek in de familie krijgen. Samen door dik en dun, waarbij een waardig afscheid, volgens de rituelen deel uitmaakt van de zorg.

@Amiad Ilsar

 

 

 

 

Tassen

Tassen

Elke vrouw heeft haar eigen tas. Nooit eerder in mijn leven was mij het zo duidelijk dat de meeste vrouwen en een tas een onafscheidelijk duo vormen. Tassen hebben een functie. Het zijn gebruiksvoorwerpen, die ons van nut zijn in het met ons meedragen van voorwerpen. Echter uit ervaring kunnen de tassen ook informatie verstrekken over de eigenaar.

In mijn persoonlijke herinneringen heb ik geen duidelijk beeld van mijn moeder, oma’s en anderen vrouwelijke familieleden met een tas. Ik heb geen idee of de relatie tas en vrouw ook bij hen bestond. Het was hooguit een boodschappentas en een oma die retroactief kan koppelen. Ik vind het opmerkelijk dat ik juist de polstasjes met de autopapieren herinner, die zowel door mijn opa als mijn vader werden gedragen. Is de voorliefde voor een bepaald soort tas genetisch?

Voor mijzelf was het vooral de praktijk, die mij bewust maakte van het gebruik van tassen en hun nut. Het waren vooral schooltassen, die een rol speelde in mijn leven. De eerste kreeg ik toen ik naar de middelbare school ging. Een leren bruine tas. Je sloot ze meestal door een lipje met een metalen uitsparing in een opening te klikken. Daarna was het mogelijk om met riempjes de flap van de tas goed te sluiten. De met schoolboeken tas, was vaak loodzwaar en deden geen goed aan mijn lichaam.

Later in mijn schooltijd volgde een rugtas. Met een rugtas behoorde je rechtop te lopen en daarbij zou de schade aan het lichaam beperkter zijn. Na de periode van de rugtassen volgde nog een periode van aktetassen Hoe stoer was het met een koffertje te lopen die alleen maar open klikte door een geheime code. In de huidige tijd is de rugtas weer helemaal terug. Met een rugtas naar het werk en een rugtas voor de handbagage tijdens een vakantie.

Ouderen met een rugtas, dat is in de wereld van het verzorgingshuis niet gebruikelijk. Een rugtas staat voor een sportieve geest. Wat in dit geval klopt. Mevrouw is vroeger gymlerares geweest. De meeste bewoonsters lopen met een leren handtas in verschillende maten op of in hun rollator of ze hebben de tas naast zich in de rolstoel. Tassen kun je ook aan de rolstoel hangen. Vele variaties zijn mogelijk. In de ontmoetingen met de bewoonsters word ik regelmatig gevraagd om een tas te zoeken of een tas aan te reiken.

Tassen met verschillende inhoud. Een tas is een ideale plek om fruit, servetten, lege plastic bakjes, suikerzakjes, melkcupjes, koekjes, sigaretten, sleutels, lippenstift en de strippenkaart waar activiteiten mee kunnen worden betaald in op te bergen. Soms puilen de tassen uit en zijn ze zo zwaar dat het een hele last lijkt.  Soms is het een leeg gebruiksvoorwerp dat zijn functie alleen nog maar in de gedachte van de gebruiker vervult.

Meestal zijn het oude versleten tassen. De vrouw met de bijzondere rugtas valt in deze categorie. De rechterband waarmee de tas op de rug kan worden gehouden is inmiddels gebroken en het is dus niet meer mogelijk de tas te gebruiken als rugtas.

Een versleten tas, een getuige van een verdwenen bloeiend verleden. Hier in huis zie je bijna geen nieuwe tassen. Het is vaak de mate van helderheid van de bezitter die je herkent in de conditie van de tas.

Net als ik klaar ben met de gedachten over de tas en zijn bezitter, word ik door een bewoonster geroepen. Ze is haar witte tas kwijt. Vanuit de binnentuin, waar ik word aangesproken zie ik op de tafel in de eetzaal een wit papieren tasje staan. Een tas van nu. Een moderne tas, een tas, die meer dan alles ons consumptie gedrag symboliseert. Een tijdelijke soms eenmalig te gebruiken tas. Als ik de tas aan de regelmatige eigenaresse terug geef zie ik dat volgens de tekst, dat deze tas door een chocolaterie is verstrekt. Mevrouw houdt van chocola zo blijkt.

© Amiad Ilsar