Maandelijks archief: augustus 2012

De laatste reis van Max

“Ik zeg je het maar even zo, gisteravond is Max overleden”, op deze wijze krijg ik zondagochtend via het voicemail van mijn mobiele telefoon het bericht over het heengaan van Max. Max is 63 jaar geworden. Een mooie leeftijd voor iemand met een Down syndroom. Hartproblemen hebben een eind gemaakt aan het leven van een kleurrijk man.

Max was net een paar uur naar het hospice overgebracht toen hij stierf. Op vrijdagavond de sjabbat verliet hij deze wereld. Hoe toepasselijk werd er die sjabbat in de synagoge’s over de reizen van het Joodse volk in de woestijn gelezen.’ De reis van Max zit er nu op. Net als het Joodse volk heeft Max veel gerezen en op deze reis heeft hij veel mensen ontmoet’. Deze woorden zijn niet van mij, maar van de rabbijn, die de begrafenis op maandag leid.

We staan op een voor mij bijzondere begraafplaats. Nijkerk, Nijkerkerveen, welke gemeente het ook precies mag zijn. Verborgen achter een gietijzeren hek aan een smal kronkelend landweggetje, waar met veel lawaai tijdens de ceremonie voor de ter aarde stelling van onze Max een landbouwtrekker voorbij rijdt. Op deze begraafplaats, die onder de verantwoordelijkheid van de Joodse gemeente Amersfoort valt brengen wij Max naar zijn rustplaats.  Onder een flinke laag lichtbruine aarde vermengd met veel zand in een ruw houten kist vol splinters eindigt een reis. Het is een drukke begrafenis. Behalve de vele medewerkers, die vanuit de instelling Max kennen, heeft de Joodse Gemeente Amersfoort ervoor gezorgd dat er minstens tien Joodse mannen zijn zodat we Max met alle benodigde gebeden kunnen begraven.  In gebed begeleiden wij allen de ziel van Max naar een andere wereld.

Het is zondagmiddag als Max voor het laatst de eetzaal van de instelling waar hij de laatste achttal jaren heeft gewoond betreed. Na een ochtend waar ik allerlei mensen telefonisch op de hoogte heb gebracht van het heengaan van onze Max, kom ik tegen twee uur bij de instelling aan. Ik heb geen idee wat ik moet verwachten. Het is de eerste keer dat ik een afscheid bij een woonvoorziening meemaak. Begrafenissen waren er genoeg. Trieste plechtigheden waarbij afscheid werd genomen door soms een handjevol, dat de laatste reis van een mens met een beperking hadden meegemaakt. Eenzame begrafenissen waren het, waar de leegte van het leven op een grasveld werd bedekt met zand en aarde.

Er waren begrafenissen waar ouders het verdriet van een niet uitgekomen droom konden wegspoelen aan het graf van hun kind. Vaak waren er alleen moeders en of vaders de prijs van een kind met een beperking werd zichtbaar in een verbroken huwelijk.

Meestal waren het begrafenissen waarbij ik afscheid nam van mijn vrienden. De meeste van mijn vrienden waren Joods en in het Joodse geloof is het verboden om het lichaam te cremeren. Dit omdat wij ons moeten voorbereiden voor een opstanding, wanneer de Messiach zal komen. Begrafenissen waar ook meestal tijdens de uitvaartceremonie gebeden werden gezegd, die alleen maar konden worden uitgesproken in het bijzijn van tien Joodse mannen. Op deze zondagmiddag worden er geen gebeden uitgesproken. En als de zwarte lijkwagen de smalle straat in komt rijden is het de stilte die Max begeleid.

Tientallen mensen staan bij de trap en de oprit van het gebouw om en erehaag om onze kleine dappere man, met zijn ronde buik en ronde brillen glazen te ontvangen. Dit is de aandacht die hij altijd zocht. In de schijnwerper van het leven, in het middelpunt van de aandacht. Het luisteren naar zijn shows, zijn vertolkingen van MIes Bouwhuis, zijn gebeden bij de sabbatvieringen. Aandacht die hij ook ooit zocht door hartaanvallen na te bootsen en medische teams te mobiliseren.

Max was ooit de postbode. De postbode van het dagcentrum waar ik ruim tien jaar geleden Max voor het eerst leerde kennen. Met een rode tas van wat toen nog de PTT heette bracht hij elke ochtend post op de verschillende groepen langs. Op deze manier kreeg hij een grote aandacht en kon hij met vele medewerkers en cliënten een praatje maken. Ook met de directeur bij wie hij als even de kans kreeg met lawaai de kamer in walste.

Directeurs, medewerkers, medebewoners, familie van bewoners, hij wist van iedereen de aandacht op te eisen. En nu op deze zomerse zondagmiddag heeft hij zo lijkt het een maximale aandacht. De aandacht van velen met wie hij de laatste jaren het leven heeft gedeeld. Medebewoners en medewerkers. Medewerkers die hem in de laatste fase van zijn wereldse reis hebben gekend als een angstige onzekere en verwarde man. Een man die ik zittende in zijn rolstoel bij mijn laatste afscheid bij de drempel van de deur heb achtergelaten. Hij wou vanuit de woonkamer de drempel van de aangrenzende eetkamer over. De kamer waar hij nu in gelegen in een kist afscheid van een ieder neemt. In deze kamer at hij vele jaren zijn koosjere maaltijden. De kip waar hij zo dol op was. De niet koosjere frikadellen en kroketten, wist hij wel op andere plekken te vergaren.

Op deze zondagmiddag deze korte indrukwekkende plechtigheid, waarbij iedereen langs de kist loopt, weet een enkele medebewoner zijn verdriet te uiten. Het is de stilte die overheerst. De stilte die met het vertrek van Max ook in de nabije toekomst zal blijven bestaan. In stilte rijden we de kist weer naar buiten, terwijl er opnieuw een erehaag voor Max wordt gevormd. Aangekomen bij de lijkwagen onderaan de oprit, wacht ons een verrassing. Een verrassing die alleen jij, Max ons zou kunnen verzorgen.

Bij de wagen met de open achterklep is geen enkele medewerker van de begrafenisondernemer aanwezig. De twee heren in het zwart zijn verdwenen. Daar staan we dan met een kist aan de rand van de weg. Een prachtig beeld van tientallen mensen die vanaf de trappen een blik werpen op wat komen gaat. Nog even staat Max in de schijnwerpers, totdat twee zwarte gedaanten weer vanuit de verte opdoemen. Met behulp van enkele mannen zijn het deze mannen in het zwart die Max uiteindelijk weer meenemen.

Met een aantal mensen lopen we vervolgens achter de auto aan, die stapvoets de straat uitrijdt. Dan gaat de auto de hoek om verdwijnt Max voorgoed uit het leven van velen. “Dag Max’.Ik zeg je het maar even zo. “ Max je was geweldige kerel en ik blij je te hebben gekend en een heel bescheiden rol in je leven te mogen spelen’.