Een lift is een noodzakelijk vervoersmiddel in een huis waar rollators en rolstoelen een deel van het menselijk lichaam zijn. De alternatieve viering van de sjabbat op de vierde van het gebouw is net afgelopen en ik heb vier bewoners bij mij voor de gekleurde liftdeuren staan. Een alternatieve sabbatviering houdt in dat wij een op de vrijdagmiddag een verkorte versie van de sjabbat inwijding uitvoeren voor die bewoners voor wie een gewone viering niet meer voldoet aan hun mogelijkheden, qua lengte en tijdstip van de dag.
De liftdeuren zijn op deze etage een onderdeel van een muurschilderij. Het panorama van de muren van Jeruzalem gaat open en een ruime lift wordt zichtbaar. Met een beetje passen en meten lukt het om de vier dames en mijzelf in de beweegbare ruimte te rijgen. Links in de hoek een mevrouw met een voortschrijdende dementie daarachter de twee lopende dames, waarvan een met een rollator. Aan de rechterkant een bewoonster gezeten op een rolstoel. Ik kan er nog net bij achter achter de rolsoel. Ik druk op de knop van de begane grond en de lift zet zich in werking. De afdaling is via de glazen wand aan de voorkant goed te volgen. De dementerende vrouw, die tot voor kort zich per voet en met rollator verplaatste beseft niet meer wat een lift is. Het gevoel van de lift roept onprettige fysieke gevoelens bij haar op. Ze steunt en kreunt duidelijk hoorbaar. De opstelling geeft mij geen mogelijkheid om met haar in contact te treden en haar gerust te stellen. Ik heb tijdens het plaatsen van iedereen in de lift over het hoofd gezien dat ik beter in de nabijheid van mevrouw had moeten zijn. Ik was al blij dat ik iedereen in de lift had. Terwijl wij fysiek dalen komt vanuit mijn binnenste opnieuw de vraag omhoog of wij niet beter voor mevrouw en enkele anderen bewoners, waarvan de cognitieve vermogens afnemen een eigen viering zouden moeten organiseren. Een alternatieve viering van een alternatieve viering. De ultieme manier van maatwerk.
De lift heeft de maximale afstand naar beneden afgelegd en de liftdeuren openen zich op de begane grond. De twee vrouwen, twee ranke kleine gezusters, zonder bril maar met een wit volle haardos, lopen aan mijn rechterkant naar buiten. Nadat een van hen, de jongste van de twee aan mij een bevestiging heeft gevraagd en met haar rollator naar buiten loopt volgt haar zus. Ik rij de vrouw op de rolstoel waar ik achter stond uit de lift. Ik zet haar op zodanige afstand van de lift dat ik zo meteen de dementerende mevrouw met gemak de lift uit kan rijden. ‘Ik moet naar boven’, de vrouw in de rolstoel, die daar in zit na een ongelukkige val een paar dagen geleden wendt zich tot mij. ’Ik moet naar de w’. Discreet kort ze wc af met de letter w. ‘Dan breng ik nu weer naar boven’. Antwoord ik haar. Een moment gaat het door mij heen dat ik misschien ook iemand van de zorg naar beneden kan roepen. Echter comfortabeler voor iedereen is een gang naar haar eigen wc op haar kamer op de tweede verdieping. Ik richt mij op om de andere mevrouw uit de lift te rijden. Ik zet een stap, nog een stap en op dertig centimeter voor mij sluit met een razendsnelle beweging de twee deuren. Een wanhopige poging mijn handen tussen de sluitende deuren te bewegen mislukt. Mevrouw is uit mijn zicht verdwenen op weg naar boven. Daar sta ik dan, uitkijkende op twee dichte liftdeuren en behalve op de lift knop met de pijl naar boven te drukken kan ik niets doen. Arme mevrouw die als niets begrijpende liftboy de verdiepingen aan het langsgaan is. Ik pak mijn telefoon en informeer mijn collega, die op de vierde verdieping is achtergebleven. ‘Ja, met mij, ik sta beneden’. Maar voordat ik haar de situatie kan uitleggen openen de liftdeuren zich. ’Laat maar, het probleem is opgelost’. Ik stop de telefoon snel in mijn broekzak en loop naar mevrouw, die gelukkig nog steeds in de lift zit. Ik stel haar gerust en rij haar rustig de lift uit. Ik breng deze mevrouw naar de binnentuin, terwijl ik tegen de vrouw, die naar de wc wil vertel dat ik zo terug kom.
Een minuut later ben ik terug bij de lift. Ik kijk rond. Een keer, tweede keer, drie keer. Dat is toch niet te geloven. Nu is de andere vrouw weg….
©Amiad Ilsar.