Maandelijks archief: maart 2021

Tranen

Deze sjabbatviering hadden we gehoopt hem te zien. Maar zoals we al verwacht hadden kwam hij niet. Net als al die andere keren dat we beneden in de binnentuin van het verzorgingshuis sjabbat vierden. Hij was er niet en bleef ook naar een persoonlijke uitnodiging op zijn kamer. Dat is op zich ook niet vreemd. De man komt ook op andere momenten bijna nooit beneden. Een uitzondering was de sjabbatviering van vorige week. Toen was hij er wel. Opeens.  

Hij zat op een van de stoelen bij de twee grote tafels die gedekt waren met witte tafelkleden. Naast hem stond zijn witte stok met rode ringen. Meneer is slechtziend, ik denk volgens definitie zelfs blind. Ik weet daarom niet of de man de brandende kaarsen zag, ik weet niet of hij het plankje met de challes- de gevlochten broden- en het kleedje daarover zag. Ik weet dat hij ons, de aanwezigen bij de rafel, als vage schimmen ziet. Verder weet ik niet wat hij precies ziet, maar hij hoort de zang van lecha dodi, het lied dat de engelen van sjabbat verwelkomt.  

Het is de vrijwilligster met de gevlochten lange staart die mij op een gegeven moment roept. Ze zit tegenover de man, ‘kijk meneer’. Zegt ze en noemt zijn naam. Ik kijk en zie de man. Zijn ogen zijn half dichtgeknepen, hij steunt met zijn linkerhand op zijn blindengeleidestok  en zijn mond beweegt. Woord voor woord zingt hij op de melodie mee, terwijl de tranen over zijn wangen rollen. Grote tranen. Hij is ontroerd, wij zijn ontroerd en moeten allebei iets wegslikken. Een huilende man aan deze tafel dat komt zelden voor.  

‘ik ken al deze liederen van sjabbat’, vertelt de man even later als we bij hem gaan zitten. ‘We zongen ze fluisterend in het kamp. Ik had daar een “vriend”. Vertelt hij ons.’ We zaten samen knopen aan uniformen te naaien en als de sjabbat begon gingen we zingen. Fluisterend zodat we niet werden ontdekt’. 

De volgende sjabbatliedjes zingen we uit volle borst. Indien dit mogelijk was geweest. 

Sjabbat sjalom en chag pesach sameach

© Amiad Ilsar. 

Het afscheid

In de ochtend bel ik nog even. ‘Kan de diva misschien morgen komen?’ vraag ik. De vraag is ingegeven omdat we ons realiseerde dat een teamvergadering en een live stream van de uitvaart van onze vroegere locatiemanager Hetty den Bouwmeester het een beetje lastig maakt om een solide begeleiding en een rustig optreden aan de diva te geven. Het antwoord is dat de diva zich heeft voorbereid voor vandaag om naar het verzorgingshuis te komen, onder andere met een sneltest, en dat ze morgen niet kan. Ze gaat zich wel redden is de boodschap.  

Om 13.30 word ik uit de vergadering gebeld om de diva op te vangen. Onze stagiaires krijgen een lijstje van namen van bewoners die ze om 14:00 naar de binnentuin kunnen brengen om te luisteren naar de liedjes die de diva ten gehore gaat brengen. Als ik om 14:30 de binnentuin betreed zingt de diva het lied breng eens een zonnetje onder de mensen van Bob Scholte. Het is een half uur voor het begin van de begrafenis.  

Breng eens een zonnetje onder de mensen. Een toepasselijk lied voor Hetty. Hetty wou graag het zonnetje brengen voor de bewoners. Ze streefde naar een betrokken team van medewerkers die dichtbij de bewoners stond en ze gaf zelf het voorbeeld door maandelijks een uur naar de binnentuin te komen om te luisteren naar opmerkingen en vragen van de bewoners te beantwoorden.  

Hetty streefde naar open deuren van kantoren, waar het zonlicht en iedereen makkelijk kon binnenkomen.  

Hetty hield van het zonlicht en stond of zat graag in de zonnige binnentuin om haar sigaretje te roken.  

Hetty liet graag haar licht schijnen op de primaire processen van het huis en was betrokken bij veel veranderingen.  

Hetty was tijdelijk bij Beth Shalom en nadat er een nieuwe locatiemanager was aangesteld verliet ze ons weer. 

Om nu via een live stream afscheid te nemen is vreemd en verdrietig. Maar voordat ik even langsga in de eetzaal om te kijken op het grote scherm begeef ik mij nog even met de diva naar de derde etage. De gesloten afdeling, de afdeling waar Hetty heel erg mee was verbonden en waar ze ook nog teammanager van was.  

De diva start en begint te zingen in de rechterwoonkamer aan de voorkant van de etage. Zodra de diva begint te zingen wordt het al snel een gezellige sfeer, waarin mensen uit hun dementie worden gehaald. Mensen worden vrolijk, mensen worden alert, mensen genieten van het leven, hoe beperkt dat ook op dit moment is. 

Als ik mij als kijker wat later als kijker bij de plechtigheid heb gevoegd wordt er gezegd dat Hetty het leven vierde. Hoe mooi is het dan nu dat, dat hier nu wordt gedaan. Terwijl Hetty voorgoed afscheid neemt is het een feestje op de afdeling die zo aan het hart van Hetty lag.  

Een feestje daar hield Hetty van en daarom openen, zo vermoed ik de Surinaamse dragers Wi Kan Du met dans en zang de afscheidsceremonie.  

Hetty was een kleurrijk persoon. Op haar kist is een regenboog en kleurige tulpen geschilderd. In de eetzaal staan er kleurige tulpen. 

Ik kan de uitvaartceremonie niet verder bekijken, ik moet weer naar boven, daar wordt het optreden afgesloten met een laatste lied. ‘Tulpen uit Amsterdam’. Hoe mooi. Bedankt diva, bedankt Hetty. 

@Amiad Ilsar. 

De “gestolen plant”

In de supermarkt staan ze weer bij de ingang. Vetplantjes met kleine in trossen groeiende bloementjes van verschillende kleuren. 2 planten voor 4 euro. Ik vraag mij af of als ik 1 plant koop deze voor twee euro krijg, maar twee planten is nog weinig voor de grote binnentuin van het verzorgingshuis, dus stop ik twee planten in de winkelwagen. 

De volgende dag zet ik bij binnenkomst op het werk de twee planten meteen op een grote tafel in de binnentuin. Hier kunnen ze zo meteen staan. Even het nylon eraf halen en op een schoteltje zetten. Door allerlei bezigheden lukt het mij niet om in de ochtend dit te regelen en de plantjes blijven ingepakt op de tafel staan.  

Als ik in de middagpauze met mijn lunchpakket naar de kantine loop zie ik de twee potten nog broederlijk naast elkaar staan. Het herinnert mij eraan dat ik na de lunch ermee aan de slag kan.  

Als ik na een half uur terugkom moet ik een aantal keren kijken om goed te beseffen dat er nog maar een pot staat. Waar is nummer twee gebleven? 

‘Iemand heeft hem meegenomen”, zegt de enige dame die op dit moment in de binnentuin zit en met een vlakke stem de gewenste informatie geeft. ‘Wie is dat?’ vraag ik. Een van de twee lange mannen met de pet, zegt ze. ‘De blanke, hij geeft alles aan die vrouw’, voegt ze toe.  

‘Die vrouw’, ken ik wel. Dat is een dame die veel met deze heren optrekt. Ze spreekt mij later deze middag. ‘Ik weet wie het plantje heeft en ik ga zorgen dat het plantje terugkomt’, zegt ze tegen mij, Ik weet niet wat ik hoor. Wie heeft haar over de verdwijning van de plant gemeld?  

Haar reactie bevestigt wel het verhaal dat de plant is ‘geschonken’, door de man met de pet. Later in de middag haal ik het overgebleven plantje uit het plastic, zet hem op een schoteltje en geef hem een beetje water. 

Als ik de volgende ochtend naar het werk kom is het eerste wat ik doe de binnentuin inlopen om te kijken of de belofte is ingelost en het ‘gestolen plantje’ teruggegeven is. In de lege binnentuin zie ik een plantje op de tafel staan en verder niets.  

Omdat acht uur wel erg vroeg is om bij mevrouw langs te gaan, wacht ik een uurtje en loop ik naar boven. Ik klop aan bij haar betreffende deur. Als de deur wordt geopend probeer ik langs mevrouw de kamer in te kijken om te kijken of de plant te zien is. Voordat ik nog een woord gezegd heb zegt ze, ‘Ik heb de plant naar beneden gebracht’. 

Ze neemt mij mee naar de balustrade en wijst mij naar een tafeltje tussen twee stoelen waar duidelijk waarneembaar een plantje staat, inmiddels van plastic ontdaan. Ik heb dit duidelijk over het hoofd gezien. Ze neemt mij nog mee naar haar kamer waar ze vol trots een foto van haarzelf en van haar vader laat zien. Ze hield van haar vader, die geen tuinman, maar beroepsmusicus was en viool speelde. 

Als ik weer beneden ben, zie ik de lange blanke man met de pet. Hij zit in de binnentuin. Op het tafeltje naast hem de ‘gestolen plant’. 

© Amiad Ilsar. 

Toeval

Het was toeval, alhoewel dat niet bestaat. De keer dat ik de gehele tekst op facebook zette in plaats alleen een link naar mijn blog. Mijn blog bevat de verhalen over mijn ontmoetingen met de clienten. Meest mensen in de leeftijdscategorie van tachtig plus. Met deze toevallige actie verscheen mijn tekst ruim 11.000 kilometer hier vandaan op het scherm van een smartphone. Geen nieuw model, een oude telefoon die mijn vrouw bijna drie jaar geleden naar Buenos Aires heeft gebracht. Omdat de telefoon gekoppeld was aan mijn facebookpagina is ook nu nog de tekst van mijn wekelijkse relaas te lezen. De techniek staat voor niets. 

Met het kopieeren van de tekst naar deze pagina kreeg ik ineens veel meer lezers. Een van deze groep lezers is een bijzondere man. Hij kan nu op facebook lezen wat voor gebeurtenissen er zoal verspreid over de vier verdiepingen van het verzorging en verpleeghuis plaatsvinden. 

De man is getrouwd en heeft een vrouw die opgenomen is in een verpleeghuis. Een vrouw die- zittend in een rolstoel – nog maar heel weinig middelen heeft om te communiceren en nog maar een fractie is van wat ze ooit was. Hij is fysiek niet meer in staat haar elke week laat staan elke dag te bezoeken. De moeizame communicatie, het gemis van een taal, ervaar ik ook in het contact met de man. Mijn schoonvader. 

Jij spreekt Spaans, Jiddisch en een klein beetje Ivriet. Ik herinner mij de ontmoetingen tijdens twee vakanties- de eerste ongeveer 13 jaar geleden. Ik herinner mij de ritjes in de auto door Buenos Aires, hoe jij ons door Buenos Aires meenam, met de klanken van de Joodse radiozender chai, wat leven betekent.  

Een leven van jou en die van mij verbonden, door de relatie die ik kreeg met je dochter. Je dochter Chana. Haar moeder jouw vrouw draagt de naam Sara en in de auto Jiddische muziek. Ik hoef niet te vertellen dat het Jodendom een belangrijke rol speelt in jullie leven.  

Het Joods zijn vertaald zich bij je niet op een religieuze manier. Het is een levensstijl. Het vertaalt zich in de gerechten, de muziek, de taal, wat voor mij heel herkenbaar en vertrouwd is. Maar het is tegelijkertijd allemaal zo ver, zo onbereikbaar, door de afstand en taalbarriere.  

Echter door de ontwikkeling van de nieuwe technieken kunnen we soms beeldbellen en ook gewoon bellen via het internet wat vele euro’s gesprekkosten scheelt. Jij hebt het de nieuwe technieken ondanks je leeftijd van bijna negentig geleerd.  

Je beheerst behalve de nieuwste technieken ook de oude technieken. Je schrijft in een sierlijk handschrift en maakt leuke tekeningen.  

Je kunt met de teksten- die op een of andere manier door de techniek automatisch vertaald zijn- een kleine- inkijk krijgen van mijn gevoelsleven, van wie ik ben. Dat maakt mij blij. Heel blij. Je bent een sterke man, die ook corona heeft overwonnen, dus Ik hoop dat je nog vele jaren kunt genieten van mijn wekelijkse woorden.  

© Amiad Ilsar.