Maandelijks archief: november 2022

Lieve Rika

Lieve Rika,

Twintig jaar lang heb ik je gekend. Toen ik in 2001 bij de Sinai in Amersfoort ging werken woonde je op de woongroep Arava en kreeg je dagbesteding in de tuingroep. Je was een mondige vrouw, die met een wit haardos en heldere blauwe twinkeloogjes gezeten op je rolstoel de wereld inkeek. Het zijn dezelfde ogen die later deze week door een vrijwilliger wordt genoemd.

De dagbesteding van jou bestond uit sommen maken. Van een tot twintig deed je optellen en aftrekken. Heel bijzonder in een omgeving waar de meeste deelnemers de cijfers niet eens konden benoemen. In mijn gedachten zie ik je ook nog met een prikpen  vormen uit karton prikken. Je voerde de activiteiten uit terwijl de benodigdheden op het blad van je rolstoel lagen. Je was de enige deelneemster in de groep die in een rolstoel zat. Je vertelde dat je vroeger als kind ondeugend was geweest en ruitjes had ingetikt. Het is mij niet duidelijk geweest of je toen al in een rolstoel zat. Ik kon weinig uitzoeken over je verleden. Ik had ook maar weinig contact met jou in die tijd omdat ik op een andere dagbestedingsgroep werkte.

Vanaf 2006 ongeveer kreeg ik meer contact als ik alleen nog maar sjabbatvieringen deed. Je hield veel van deze vieringen. Je genoot van de ceremonie en van de liedjes. Het Jodendom en zingen twee gebieden die heel belangrijk waren in je leven.

Het Jodendom had betekenis voor je via de liedjes zoals hava nagila en heiwenoe shalom. en ook met de bezoekjes aan de synagoge die we de afgelopen 11 jaar hebben gemaakt. Het maakte je niet uit naar welke synagoge, liberaal of orthodox, we gingen je genoot altijd. Het sociale gebeuren, mensen, kinderen en baby’s zien waar je zo gek van was. Een maand geleden brachten we nog een bezoek in de synagoge in ziekenhuis Amstelveen.

Als een begeleidster van je een baby had gekregen dan informeerde je hoe het ging en was je enthousiast als ze op bezoek met de baby kwam. Je had altijd een wens om met baby’s te mogen werken.

Een andere wens van je was je tweelingbroers in Israël te bezoeken. Bertus je hebt hem een groot deel van je leven in je gedachten gezocht. 

Maar ondanks dat je bleef opgewekt. Nooit klagen zoals ik hoor als ik wat reacties vraag aan mensen die je gekend hebben en ik zelf merk het ook als je gezondheid je in de steek laat. Op een gegeven moment heb je hevige rugpijn en dan is het de eerste keer dat ik je hoor klagen en weet ik dat je echt veel pijn moet hebben.

De opgewektheid komt misschien voort uit het feit dat je niet helemaal alle emoties kon beleven, je hebt immers verstandelijke beperkingen. Zelfs als je vriend en groepsmaat Munir overlijdt- iemand waar je heel verbonden mee was- ben je niet echt verdrietig.

Ik denk dat het werkelijke begrip van de wereld, wat je werkelijk begreep verborgen is gebleven.

Lieve Rika je hebt inherent aan je zorgvraag zoveel mensen om je heen gehad, steeds wisselingen, steeds weer nieuwe gezichten meegemaakt en steeds weer wist je de verzorgers te boeien en voor je te winnen, met je charmes. Je hield van contact maken.Met iedereen, ook je begeleiders. ‘S avonds met de nachtdienst in de Sinai tijd lekker kletsen en chips eten. 

Je hield van snoepen. Zoetigheden en je was vegetarisch. Zoals iemand zei je hield van mensen en dieren. Je at ze niet. Je was je tijd ver voorruit citeer ik iemand.

We gaan je zang, je humor, je uitspraken als oh enig kind en sorry mijn naam is Corry, jouw aanwezigheid missen. Rika bedankt voor alles.

@hamesjek

Gastvrijheid

Deze week was het hier in het verzorgingshuis de week van de gastvrijheid.  

Op een van deze dagen van deze week vindt de volgende gebeurtenis plaats, Het is een uur of half twaalf als ik aankom bij de tweede verdieping. Er zitten een aantal vrouwen naast de lift aan een ronde tafel met een wit tafelkleed. De man met de snor die ertussen probeert te gaan zitten heeft een meningsverschil met een vrouw in een groen vestje. Zij heeft een rollator en hij heeft een rollator en er is een plek. De ruimte tussen hun stoelen. 

Het is duidelijk dat ze zijn geagiteerd. Ieder van hen wil dat de ander zijn rollator weghaalt. Er wordt geduwd en getrokken en mondeling toegelicht wat de wens is. Dat de ander met de rollator weggaat en snel. 

Ik grijp in en vraag wat er aan de hand is. Het wordt al snel een verhaal van zij en hij. Omdat meneer hier een geschiedenis heeft van verschillende incidenten met agressie leid ik hem weg. Ik vraag aan hem om met mij even aan een andere tafel te gaan zitten. Een rechthoekige tafel ook gedekt met een wit kleed aan de overzijde van het gangpad er staan drie stoelen. Meneer gaat zitten aan het hoofd van de tafel ik aan de zijkant. Voordat ik ga zitten zie de vlekken op de lichtgrijze stoel en twijfel ik een seconde of ik wel hierop wens te gaan zitten. Als we het over gastvrijheid hebben.  

Ik plof met een schietgebedje en een groot optimisme op de stoel. Het komt goed.

Meneer is inmiddels gekalmeerd. Meneer vertelt mij dat hij bijna zes en tachtig is en over zijn verleden. Wat zijn beroep was, hij was een expert op zijn werkgebied en was bijna twee jaar in Amerika en een aantal maanden in China om daar acupunctuur te leren. Meneer vertelt ook hoe hij zoekende is naar een plek in de groep. In de wereld van het verpleeghuis is geen gastvrijheid vanuit de bewoners lijkt het. Meneer is al enkele weken bezig om ergens een plek aan tafel te veroveren. De vrouwelijke gelederen lijken te sluiten en geven hem geen kans binnen te dringen. Meneer vertelt hoe hij eindelijk een plek aan de ronde tafel had. Hij ging even weg en toen hij terugkwam was zijn plek in beslag genomen door de vrouw waar hij nu ruzie mee heeft gemaakt. Ze beweerde dat toen hij was opgestaan ze er kon zitten omdat er geen vaste plekken hier zijn. Ik heb medelijden met de man die verder vertelt ook nog als antisemiet te worden bestempeld. Hoe dan vraagt hij zich hardop af? ‘Ik had altijd veel Joodse vrienden, zegt hij, met vragende blauwe ogen.

Hij vertelt op een gegeven moment dat hij vroeger biljart heeft gespeeld. Deze uitspraak kan ik gebruiken om hem te laten opstaan en over de reling van de gang naar beneden te laten kijken. Daar wordt net een snookertafel op gezet. Meneer kijkt geïnteresseerd en legt mij het verschil van pool en biljart uit. 

Hij bedankt mij voor dit gesprek.

‘Ik ben er overmorgen dan spreek ik u weer’

@Amiad Ilsar @hamesjek

De oranje rollator

k help vandaag in de eetzaal. Ik assisteer en ondersteun bij de lunch. Mevrouw loopt binnen zonder rollator. Waar is haar rollator, vraag ik mij af. Aangezien ze nu van de verdieping komt waar ze woont is het aannemelijk dat daar de rollator is gebleven. Ik zal zo bellen of ik zal zelf even gaan kijken. Mevrouw heeft een oranje rollator. In een landschap van vooral zwarte rollators valt dat best op en maakt het zoeken makkelijker.  

Mevrouw speelt een hoofdrol in een gebeurtenis van verleden week. De activiteit was afgelopen en de cliënten konden weer terug naar hun kamer op de verschillende verdiepingen. Mevrouw had weer haar oranje rollator en ze liep met mij mee. Ze had net als rond de veertig andere bewoners een pannenkoek in de binnentuin van ons verzorgingshuis gegeten. Elke woensdag is het weer een grote happening. Door de jaren heen is er altijd pannenkoeken bakken in de eetzaal geweest. Vrijwilligers, die staan te bakken en koffie en thee uitdelen en een doordringende geur door het hele huis, bewoners die pannenkoeken eten dat betekent pannenkoekenmiddag. Het betekent ook dat vrijwilligers in aluminium verpakte borden met pannenkoeken bij de bewoners thuis op de afdelingen bezorgen. Geen bezorgkosten, geheel gratis. 

Door de jaren heen bleef het draaiboek zoals deze was opgebouwd in de begin jaren van de activiteit. De enig uitzondering daarop is dat het doorsnee cognitieve vermogen van de aanwezigen bewoners daalde. Moesten we als begeleiders een enkeling begeleiden voor jaren geleden nu is het een enkeling de zelfstandig de weg naar zijn kamer weet te vinden.  Zo ook mevrouw met de oranje rollator naast mij. Geen kans dat zij dat zelfstandig teruggaat. De taak om de tweede verdieping te bereiken met behulp van de lift is te verwarrend voor mevrouw. Ze kan geen helder beeld krijgen van waar ze moet zijn en ik loop met haar mee. In de lift aan de achterste zijde van het huis komen we terecht in een groep bewoners die naar de andere verdieping gaat. Samen staan we in het nauwe hokje, waar een ventilator wat lucht aanzuigt. ‘Waar is iedereen?’, vraagt de vrouw als we over de gangen van haar verdieping lopen. Ik leg uit dat de anderen personen een andere woonplek hier in huis hebben. ‘Zij wonen op de verdieping hierboven, mevrouw’.  

Mevrouw loopt met mee naar de voorkant van de verdieping waar de woonkamer van deze afdeling is. Gedekte tafels en een enkele persoon die wacht op wat er gebeuren gaat. Over ruim een uur diner. Woonkamer en lift zijn nauwelijks van elkaar gescheiden en mevrouw wacht naast mij tot de trage lift de verdieping heeft bereikt. De deuren gaan open en een bewoonster wil uitstappen. Deze mevrouw woont een verdieping lager. Ze loopt met ferme stappen achter haar rollator de lift uit.’Mevrouw’, roep ik haar na. Maar deze mevrouw is slechthorend en loopt gestaag door. Ze loopt de woonkamer in, terwijl ik haar met mijn handen probeer aan te tikken half in een spagaat omdat anders de lift zal verdwijnen. Tijdens mijn rekoefeningen probeert de andere mevrouw met haar oranje rollator de lift in te komen. ‘Nee mevrouw u blijft hier’, leg ik haar uit. Ondertussen is de mevrouw met gehoor problemen tot stilstand gekomen. Het lukt me om met een verheven stem haar duidelijk te maken dat ze weer de lift in moet en het ik slaag erin om afscheid te nemen van de vrouw met de oranje rollator. De liftdeuren sluiten zich en mevrouw blijft aan de andere kant.

@Amiad Ilsar


Nooit saai

Het is nooit saai in het verpleeghuis.

Als ik bij de receptie aankom zie ik meneer bij de deur staan. Aan beiden zijden van de deur verwachtingsvolle blikken van bezoekers. Wanneer gaat de deur open. De deur zal echter niet opengaan, want meneer mag niet zelfstandig naar buiten. Meneer heeft dementie en kan zich buiten het verpleeghuis niet alleen redden. De receptioniste drukt geen knop in. Meneer kan niet verder. Gestrand op de valreep en dat voelt mijnheer. Hij wil dan ook niet mee met mij en reageert agressief. Hij slaat met zijn armen naar mij als dichterbij kom. 

‘Kom we gaan naar buiten’, zeg ik. Zijn blauwgrijze ogen kijken mij aan en hij draait zich richting de deur. Ik lijk een kleine wending in zijn agressie te bespeuren, maar als meneer bij het naar buiten gaan naar rechts wil en ik naar links kijkt meneer mij aan alsof hij mij wil doden. 

We lopen een rondje rond het huis. Vier keer linksom en we zijn na ongeveer vijf minuten weer bij de entree. Als ik naar de deur loop buigt meneer naar rechts en loopt verder. Weg van mij. Weg van het einde van een avontuur. Het avontuur gaat verder als ik naar mijnheer toeloop en hij gericht naar mij mept. In een reflex gooi ik een arm voor mij gezicht en meneer raakt mijn arm. ‘Ben je gek, hou op, schreeuw ik hem onprofessioneel toe?’ 

Ik heb spijt van deze uitval. Ik hervind mij snel en met de nodige afstand nodig ik hem nogmaals naar mij toe. Meneer draait zich om en begint aan een deurkruk van een auto te rammen. Ik schrik nu wel een beetje. ‘Niet doen, dit is niet mijn auto’, probeer ik zo rustig mogelijk te zeggen. In gedachten zie ik al stukken plastic door de lucht zie vliegen en mezelf een briefje onder de ruitenwisser leggen. Meneer heeft u auto beschadigd, voor de verzekering kunt u zich wenden tot…..Ik pak mijn telefoon en wil even naar de receptie bellen, Ik heb hulp nodig. Voordat ik het woord werk op mijn scherm zie komt een collega het pand uit. Ze roept mijnheer aan en hij loopt heel rustig naar haar toe. Hij neemt haar uitgestoken hand aan en hand in hand lopen ze weer naar binnen. 

De collega vertelt mij bij de binnenkomst dat een andere bewoonster van de afdeling uit de binnentuin verdwenen is. Ze is niet op de afdeling op haar rolstoel teruggereden, zoals mijn   aanname was. Mevrouw deed dat wel eens vaker, ondanks haar dementie reed ze heel doelgericht naar de achterste twee liften en drukte ze op de knop voor de lift waarna ze zichzelf de smalle lift in manouvreerde en op de knop met de drie drukte. De verdieping waar ze woonde. Ik heb die kennis omdat ik haar een aantal keer achtervolgde als ze zichzelf wegrolde uit de drukte van de binnentuin. 

Maar nu is ze niet aangekomen en zo rol ik deze middag van het een naar het ander avontuur. Dit avontuur is vrij snel afgelopen want als ik met een aantal vrijwilligers over de gangen van de eerste verdieping loop om haar te zoeken. Schreeuwt een collega. ‘Amiad’. Ze is gevonden. Het blijkt dat ze op de vierde verdieping terecht was gekomen en nu weer op de derde verdieping rondreed. 

Het is hier nooit saai zei ik al in het begin.

@Amiad Ilsar