Een zinvol leven bieden, voor de bewoners van het verzorgingshuis, die ik in het kader van mijn werk ontmoet hoe beperkt men ook is. Dat is mijn doel. In dit kader hierbij een aantal gebeurtenissen opgeschreven nadat ik op een zondagochtend een ontbijtgroep heb begeleid.
Ondanks dat het zondag is is het voor de meeste bewoners een gewone dag. In dat kader is de buurvrouw van de activiteitenruimte blij dat ze vandaag net als een doordeweekse dag met ons – de ontbijtgroep – kan mee eten.
Mevrouw heeft haar vaste plek. Op de rechterhoek van de eettafel, gepositioneerd bij de uitgang. Zo kan ze alles waarnemen. Bijvoorbeeld de schoonmaakster, die nu en dan zich aanmeldt en haar kamer ingaat.
Mevrouw heeft een vaste taak. Haar zinvolle taak bestaat uit de opgave om de scheurkalender aan de juiste datum aan te passen. Mevrouw is zeer serieus in het vervullen van haar taak. De kalender die ik elke ochtend als een stilleven naast haar bord voor haar klaar leg wordt in stilte gescheurd en aan de rand van de tafel voor mij terug gelegd, inclusief gescheurde blad. Met een dank u wel kan ik hem dan later weer aan de muur hangen.
Mevrouw leest op werkdagen een bekende ochtendkrant en de gratis onder reizigers verspreide krant, die ook in het verzorgingshuis bij de receptie te vinden is. Omdat mevrouw deze krant op prijs stelt en ze zelf op de vierde etage woont, neem ik de krant mee naar boven. Kranten zijn een deel in een zinvol leven voor mevrouw.
Tegenover haar aan de eettafel zit in een rolstoel een man. Hij krijgt ook elke dag een krant. In de woonkamer zie ik hem vaak in de krant bladeren. Hij lijkt de krant niet meer echt te lezen, maar het bladeren op zichzelf is als activiteit zinvol voor hem.
Meneer is zwijgzaam en in zichzelf gekeerd. Meneer communiceert heel sporadisch met zijn omgeving. Hij zal niet om koffie vragen, maar als meneer de vraag voorgelegd of hij koffie of thee wil antwoord hij steevast. Koffie. Zijn vrouw die vaak in haar rolstoel naast hem zit, beaamt zijn keuze. Zwarte koffie met suiker. Door de afwezigheid van enige actieve communicatie zou je niet verwachten dat meneer een actief en zinvol deel in het klaarmaken van een zijn boterham kan spelen. De vrouw aan de overkant heeft ook laag gespannen verwachtingen. Ze verwacht niet dat meneer zelfstandig een bruine boterham uit een broodmand kan pakken. Ze zegt mij ‘hij begrijpt het niet’. Maar naar enkel aansporingen van mij en een twijfel bij meneer, gaat zijn hand richting broodmand.
Meneer kan onder enige voorwaarden bijna zelfstandig aan tafel functioneren. Mevrouw tegenover hem helpt hem als het mis gaat en trekt dan bij mij aan de bel. Eventueel grijpt ze zelf in en helpt ze menner bij he smeren van de boterham. Zo ontstaat er aan de ontbijttafel een unieke samenwerking van bewoners, die elkaar helpen. De gever voelt zich nuttig en zinvol. De ontvanger is dankbaar omdat hij wordt geholpen om zijn behoeften te vervullen. Op deze manier snijdt het mes aan twee kanten en wordt de tijd voor iedereen zinvol ingedeeld.
© Amiad Ilsar