Maandelijks archief: november 2019

Uit eten

Om vijf uur precies gaan de elektrische toegangsdeuren bij de receptie open en mag de eerste bewoonster richting de autobus lopen. De nadruk ligt op de eerste en voor dat moment tevens de laatste. Deze bewoonster zit op een elektrische rolstoel en om haar veilig en wel op daarvoor bestemde plek te krijgen is een lift nodig. Deze lift wordt via de midden deur uit de bus geklapt. De deur staat lang open en op een herfstdag in einde november is het koud. In de bus is het met open deuren niet echt aangenaam en daarom wordt er nadrukkelijk gevraagd aan de bewoners nog even te wachten, maar daar wordt niet naar geluisterd. Een golf van ongeduldige bewoners overspoelt de straattegels op weg naar de stilstaande bus, die eigendom is van een stichting en voor ons gereden wordt door een chauffeuse. Ze rijdt gratis met ons naar het museumplein. Half zes precies volgens planning rijden we met 42 personen waarvan 39 bewoners de straat uit. 

Tijdens de rit maken we kennis met Rosemary de Jong, de energieke organisator van deze avond. Waarbij een restaurant onze ouderen uitnodigt en hen geheel gratis een drie gangen maaltijd verstrekt. Dit om hen te motiveren om eens buiten de deur te komen en hun eventuele eenzaamheid te doorbreken. Dit in samenwerking met het stadsdeel Amsterdam Zuid. 

De aankomst rond zes uur op het Museumplein, is in zeker zin net zo stormachtig als het vertrek. Een groepje bewoners van de aanleuning woningen, gaan als een groepje verspieders voor de groep uit op weg. Met dien te verstande dat ze niet meer terugkomen om te melden wat ze boven de parkeergarage aantreffen. Ze zijn in een groep van acht tot tien met de lift in gegaan en vervolgens de duisternis van het plein in verdwenen. Ze waren niet tegen te houden. Terwijl op dat moment de bus met nog een groot deel van de bewoners en de begeleiders in de fel verlichtte en totaal verlaten parkeergarage stond. De groep wordt hopelijk opgevangen door de mannen van de brandweer, die uitgenodigd zijn om te helpen en met ons te dineren.  

Uiteindelijk komt iedereen veilig aan in het restaurant. De jassen worden aangenomen, de rollators aan de kant gezet en de gasten naar de tafels gebracht. Er wordt soep, een hoofdmaaltijd en een toetje geserveerd. Onze bewoners kunnen drinken bestellen en genieten van het gezelschap van het brandweerpersoneel en twee ambtenaren van stadsdeel zuid.  

Ik zit aan een tafel met bewoners die ik vaak in de wandelgangen tegenkom. Een paar woorden en snel weer door is het dan. Maar vandaag kan ik verhalen horen over een vader die actief was in de Joodse gemeente en de verlangens naar een overleden echtgenoot.  

We wisten niet waar we precies naar toe gingen. We kenden het restaurant niet. Onze verwachtingen waren niet hoog. Maar nu we hier zitten na een drie gangen diner met soep hoofdgerecht en een dessert is iedereen onder de indruk, heel erg tevreden en blij. Dit is super. 

En dan gaan we richting het einde van de avond. We gaan onze jassen aandoen en krijgen een goodie bag. Je jas terugvinden is niet eenvoudig voor sommige bewoners. Iemand is haar jas kwijt en we laten haar de een na de andere jas zien. Pas nadat we haar vele jassen tonen horen we het bevrijdende ja. We lopen terug naar de bus, waar een brandweerman ons vertelt hoe een bewoonster van haar rollator is gevallen, nadat iemand haar voortduwde. Gelukkig is alles goed en is ze niet gewond.  

Om negen uur rijden we weer de straat in en kunnen we terugkijken op een meer dan geslaagde avond waar we nog vele dagen later bewoners enthousiast over horen vertellen.  

Dank aan het Cobra cafe , Rosemary de Jong en het stadsdeelraad Zuid. 

@Amiad Ilsar. 

Pannenkoeken

Ik maak de achterste van een rij deuren in de keuken open. Het is de koelcel van de melkproducten. Links en rechts staan de schappen met verschillende melkproducten en in het midden daarvan staat een serveerkarretje met daarop drie grote halfgevulde plastic bakken. In de bakken cremekleurig pannenkoekbeslag. Eigenlijk hadden we vandaag aan twee bakken genoeg. Het is dezelfde hoeveelheid die we altijd al jarenlang in twee bakken aangeleverd kregen. Verleden week vroeg ik aan de collega’s van de keuken echter de liters beslag over drie bakken te verdelen omdat we op nog een plek- de derde verdieping- in het huis gingen bakken, maar vandaag bakken we-omdat we met minder vrijwilligers zijn-weer alleen maar in de binnentuin.  

Het is twintig voor twee als ik het serveerkarretje richting de binnentuin rij. Om over pakweg een halfuur met bakken te beginnen is er een nauwgezette operatie vereist, waarbij er een samenwerking is met verschillende collega’s en vrijwilligers. Een sleutelpositie aan de basis is weggelegd voor het keukenpersoneel, omdat zij het beslag leveren. In tegenstelling tot koekjesdeeg of brooddeeg dat wij voor onze andere activiteiten zelf maken. Maakt het keukenpersoneel al jarenlang op woensdagmiddag het pannenkoekenbeslag. Bij de start van dit project moesten we elke week van tevoren een bestelbriefje inleveren, inmiddels is de pannenkoekenmiddag een gewoonte geworden en staat er net zoals vandaag, het beslag voor ons klaar, meestal op een serveerkarretje. 

Het is heel fijn dat wij dit zo automatisch en met zorg aangeleverd krijgen. In een dynamiek van de hectiek van de dag waarin er veel onvoorspelbare zaken een bepaalde flexibiliteit van ons verlangen is het fijn een zekerheid te hebben, waarop je blindelings kunt rekenen. 

Collegiale steun en vrijwillige inzet maakt een operatie om rond de tachtig pannenkoeken en soms nog meer te bakken mogelijk. We doen het voor onze bewoners. Met elkaar. Elke woensdagmiddag tussen half drie en vier.  

Als het straks klaar is dan verzamelen we alle borden, het bestek en de glazen. Gescheiden zetten we alles op de serveerkarren. Borden opgestapeld, bestek in witte rekjes en glazen en kopjes in blauwe plastic manden. Koekenpannen, spatels en beslagbakken het gaat allemaal weer terug richting keuken. De spoelkeuken. Om vier uur wordt het niet meer afgewassen, maar morgenochtend staat er weer een collega, bij de oorverdovende afwasmachine om alles te wassen. Het lijkt allemaal zo vanzelfsprekend, maar dat is het niet.  

De pannenkoeken worden elke woensdagmiddag gebakken uit een mengsel van inzet, aandacht en liefde voor onze bewoners. Maar het beslag wordt pas afgemaakt als er ook bereidheid is om geld te investeren in een eigen keuken en medewerkers.  

Op zomaar een woensdagmiddag wil ik iedereen bedanken die dit alles voor onze bewoners mogelijk maakt. Hopelijk kunnen we dit met hulp van iedereen nog jaren doen. 

Dank jullie wel. 

©Amiad Ilsar. 

De pianoman

De pianoman is niet meer. Het is een harde boodschap. De zwarte vleugel in de eetzaal waar hij enkele keren per week vooral jazz improvisaties ten gehore bracht is stilgevallen. De pianoman had zijn pianospel zichzelf aangeleerd zonder dat hij ook maar een noot kende. Alles werd op het gehoor gespeeld. Een man met een goed gehoor, die vaak aan mij vroeg de muziek, die centraal werd afgespeeld zachter te zetten. Dat iedereen zo slechthorend was en met gehoorapparaten liep was mede de oorzaak van de muziek, die zo hard werd afgespeeld.  

Hijzelf vond zijn spel niet hoogdravend, echter menigeen wist hij te boeien met zijn muziek. Het was een man die mede door zijn pianospel in interactie stond met de dynamiek van de dagelijkse gebeurtenissen in het huis. Hij liet zich letterlijk horen, soms ook als de centrale geluidinstallatie aanstond. Hij was daar niet van onder de indruk en speelde rustig zijn eigen deuntjes dwars door de muziek heen.  

De zwarte vleugel was zijn wereld en die beschermde hij vol vuur. Hij kon duidelijk geagiteerd zijn, als hij weer een kras op de lak had gevonden. Hij werd kwaad ‘is de piano weer gebruikt als tafel’?  Vroeg hij zich af. Hij kon het niet begrijpen dat mensen met zo weinig respect met zijn piano omgingen  

Het was een man met een duidelijke mening. Dwars tegen de algemene gewoontes ingaan. Zo kan ik hem kenmerken. Een veel gebruikt product zoals margarine was in zijn ogen een vijand van de mens. Een door de industrie opgedrongen product dat de mensheid in zijn ontwikkeling bedreigden. Ik dacht dat hij overdreef. Ik had nooit iets gehoord over de schadelijkheid van margarine. Een klein onderzoek op internet gaf mij het inzicht dat de Eramusuniversiteit in 2011 schatte dat er per jaar 1000 tot 2000 doden vallen door het gebruik van margarine. De door ons in de binnentuin- waar hij regelmatig verbleef- geserveerde koekjes met margarine werden door hem als hondenkoekjes bestempelt. Hoe blij was hij met onze tijdens een activiteit met bewoners gebakken roomboter koekjes. Dat was andere koek in zijn ogen.  

Het was een man met een uitgesproken mening, ook over het Jodendom. Hij had er niet veel mee, maar zoals iemand mij deze dagen vertelde had hij veel Joodse kennissen en zat hij veel in de binnentuin van een huis met een Joodse identiteit. Hij stond daar vaak aan de bar of zat in de buurt daarvan. Op die manier dat hij in het middelpunt van de belangstelling zijn meningen met anderen kon delen. 

In het laatste gesprek wat ik daar aan de bar met hem had vertelde hij mij dat hij jarenlang in postzegels gehandeld had. Hij vertelde over postzegels die nu niets meer waard zijn en postzegels die veel waard geworden zijn omdat ze om allerlei redenen bijzonder waren. Ik kon nog met hem delen dat ikzelf postzegels verzamelde. We kwamen tot de conclusie dat postzegels vooral iets waren vanuit het verleden. Dit tijdperk is voorbij. Net zoals het leven van de pianoman. We missen hem. Moge zijn leven worden gebundeld in het eeuwige leven. 

© Amiad Ilsar. 

Zelfstandigheid

‘He hoooo’. Ik word geroepen. Ik sta in de binnentuin en als ik naar boven kijk zie ik tussen het plexiglas en de muur, die naar de binnentuin gericht is een vrouw met een gouden brilmontuur en grijs haar. Op het moment dat er oogcontact tussen ons is vraagt mevrouw of er wat te doen is. Ik leg uit dat we gaan bewegen en nodig haar uit naar beneden te komen. Mevrouw komt enkele minuten later alleen naar beneden. Nu komen er wel meer mensen zonder begeleiding naar de binnentuin, maar vanaf de derde verdieping waar mensen met dementie de dagelijkse zorg krijgen is ze een grote uitzondering. 

Zelfstandigheid en zelfbeschikking het zijn begrippen, die nog niet altijd vanzelfsprekend zijn in de zorg. Het is belangrijk dat we als zorgverleners in kaart hebben wie wat en wanneer nog kan doen. Deze mevrouw kan nog alleen de weg vinden. Dan is het goed dat we haar daartoe de ruimte geven.  Dat we dat doen is niet vanzelfsprekend. Het is een kostbaar gegeven waar naar mijn vermoeden achter de schermen familie, artsen en collega’s van de zorg zijn betrokken. Het is een stukje maatwerk leveren. Het leidt tot een gelukkige bewoonster die zelfstandig de activiteiten opzoekt. Mijn rol in deze is mevrouw aanmoedigen om van de speelruimte die ze heeft gebruik te maken. Ik moet bewust zijn van het feit dat mevrouw deze mogelijkheid heeft. Ik wil haar het liefst ten allen tijden voor de groep bewoners, die we begeleiden in hun weg naar boven en beneden uit laten gaan. 

Nadat mevrouw is gaan zitten komt een groepje bewoners-die allen leiden onder dementie- onder begeleiding van een stagiaire en een vrijwilliger naar beneden. In deze groep zit een lange rasechte Amsterdamse meneer. Als ik koffie en thee ga serveren laat ik hem met mij meelopen naar de bar. De bar bevindt zich aan het andere uiteinde van de binnentuin. Meneer houdt van lopen en mijn gedachten gaan ervan uit dat hij ook nog eens kan helpen met het brengen van drie koppen koffie naar de bestemming. Een win win situatie. Hij blij en ik blij. 

Blij is meneer zeker als we bij de bar aankomen en aan de aanwezige vrijwilligster een kop koffie vragen. Meneer grijpt zijn kans op het moment dat hij een bordje met koekjes ontdekt. Het zijn hele kleine koekjes speciaal gemaakt om het zicht van de mens te testen. Meneer zijn zichtvermogen is zelfs zonder bril goed en hij eet een aantal in de tijd dat de koffie in een kopje wordt geschonken. Als daarna de echte koekjes met chocolade op de bar verschijnen glimmen de ogen van meneer. ‘O lekker’, zegt meneer. Ik verschil van mening met de vrijwilligster over het feit of meneer nog een koekje mag. De vrijwilligster is resoluut. ‘Het is genoeg’, zegt ze terwijl ze de bus met de chocoladekoekjes naar zich toe trekt. Ik pak er een uit en leg het bij meneer op zijn schoteltje. Meneer heeft dementie is tegen de tachtig en heeft een mager postuur. Waarom zou hij niet nog een koekje mogen? 

Ik geef hem zijn kopje koffie en het koekje en hij loopt ermee naar zijn plaats. Een moment van zelfstandigheid en zelfbeschikking, ook voor hem. 

© Amiad Ilsar. 

Een bijzondere middag met Divadichtbij

We staan aan de rand van de binnentuin van het verzorgingshuis. De vrouw naast mij is zangeres bij Divadichtbij ze is gekleed in een schitterende met glitters versierde paarse jurk. We overleggen waar ze zo meteen gaat zingen. Zingen met als doel contact te maken met onze bewoners. Dichtbij zijn met als middel haar geschoolde stem. Om de aandacht vast te blijven houden is er rust nodig en een kleine verstoring kan de aandacht wegnemen. 

We hebben op de verschillende woonkamers niet overal geschikte woonkamers, waar een tiental mensen in een kring kunnen zitten. We hebben het idee om een sessie hier in deze binnentuin te doen. Om de kans op verstoring zo minimaal te maken spreken we af dat de derde en laatste sessie rond half vier hier in de binnentuin zal plaatsvinden.  

In de grote ruimte met vier verdiepingen rondom en een glazen dak is een grote kans op verstoringen. We kunnen niet een deur dicht doen en daardoor controle hebben in een gesloten ruimte. Maar aan de andere kant zo is ons argument zal het effect van de akoestiek en het effect zang geluid mensen tot hoog in het gebouw om ons heen attent maken en hun aandacht trekken.  

Om half vier rijdt de zangeres haar prachtig versierde karretje met bloemen tussen de aanwezigen bewoners de binnentuin in. Ze heeft nog maar net de aandacht als er een heftig geluid van boren en timmeren vanaf het dak hoorbaar is. De muziek en de prachtige krachtige stem van de zangeres wordt bijna onhoorbaar gemaakt. De zangeres loopt echter naar haar kar, waar een versterker in is gebouwd, pakt de afstandsbediening en de muziek zwelt aan. Het geluid van het dak verstomt en ze gaat verder met zingen. 

We hebben een tiental minuten kunnen genieten van de muziek en haar stem, met zo nu en dan een achtergrondgeluid van het dak, als er op de gangen van de etages iets waar te nemen is. Er verschijnt op de eerste etage tegenover ons een gestalte. Een bewoonster. Een vrouw gekleed in grijs en zwart getinte kleding.  

En na afloop van een lied wordt er boven ons hoofd op de tweede verdieping geklapt. Twee bebrilde, vrouwen met grijs haar – waarvan een de oudste bewoonster van het huis is-  kijken glimlachend toe.  

En dan zijn er nog de collega’s die via de zijkanten van de binnentuin in stilte even geboeid kijken en vervolgens doorlopen op weg naar huis.  

Een man en een vrouw lopen langs. De zoon en schoondochter van een nieuwe bewoner. Ik zie hun grote gestalten achter de planten, die aan de rand van de binnentuin staan. Ze komen tot stilstand. Vervolgens blijven ze staan. Om enkele minuten later weer verder te lopen.   

Op een gegeven moment kunnen de nog aanwezige toeschouwers van de bovenverdiepingen een bewoonster met niet aangeboren hersenletsel zien, die gedeeltelijk verlamd in een rolstoel zit en door de zangeres met de paarse jurk benaderd wordt. De zangeres zingt een lied uit het geboorteland van de vrouw in de rolstoel. Langzaam, pas voor pas, loopt ze zingend naar haar toe. De vrouw in de rolstoel steekt al snel haar linkerhand uit. Deze is niet verlamd. De tranen beginnen haar over de wangen te rollen, terwijl ze met haar lippen kleine bewegingen maakt en bijna geluidloos de woorden van het lied lijkt uit te spreken. Dit terwijl ze onder de dagelijkse omstandigheden bijna geen woord uitbrengt.   

De woorden worden steeds duidelijker en met meer zelfvertrouwen uitgesproken- en daarmee hoorbaar- na mate het lied vordert. Haar tranen zijn gestopt.  

Het blijft stil in de omgeving. Geen geluid, behalve de keelgeluiden van de vrouw in de rolstoel. 

Dank voor een ontroerende middag Anjo de Bruin. 

@Amiad Ilsar.