Ik ben vanochtend verantwoordelijk voor het aanbieden en organiseren van het ontbijt. In die hoedanigheid heb ik net intern naar de toezichthouder van het kasjroet gebeld. Hij is degene de vanuit de Joodse wet degene die de broodrooster moet activeren. Dit wordt gedaan door de broodrooster aan het elektriciteitsnet te koppelen. De man in de witte jas en zijn gehaakte keppel is onderweg. Nog een paar minuten.
Inmiddels hebben mijn gasten iets te drinken aangeboden. Thee en koffie. Het is even voor half tien. De tijd is duidelijk af te lezen via de wandklok, die in de rollator van de hoofdrolspeelster van dit verhaal, ligt. De aanwezigen hebben best trek. Ik bedenk mij dat er nog vla in de koelkast ligt. ‘Wilt u een bakje vla, misschien? Mijn vraag wordt alleen door de vrouw, die op de hoek bij de eettafel zit beantwoord. Op de andere kant van de eettafel zit een man. Hij en de hoofdrolspeelster hebben mij niet verstaan. Ik herhaal de vraag. Nu wat harder.
De man wil wel vla. De hoofdrolspeelster duidelijk niet. Ik haal twee bakjes vla uit de koelkast en geef een ieder een bakje vanille vla.
‘Krijg ik geen vla?’ De vraag wordt gesteld door de hoofdpersoon. ‘Natuurlijk’, antwoord ik haar en bied haar ook een bakje vla aan. Ik geef aan iedereen een lepel. Een theelepel. Ik heb hier geen plastic wegwerplepels. ‘Zijn er geen witte lepels?’ De vraag wordt door onze hoofdpersoon gesteld. ‘Nee, mevrouw’, is mijn antwoord. ‘Ik kan ze niet vinden, we hebben alleen maar metalen lepeltjes’. ‘Ik eet geen vla met die lepels’, zegt mevrouw met een veel verontwaardiging, terwijl ze naar de metalen theelepeltjes in een glas wijst.
Wat nu? In het kader van vraag gestuurde zorg, loop ik naar boven. Ik neem aan dat ik op de vierde etage lepeltjes kan vinden. Ik ben enigszins gespannen omdat de twee vrouwen die zo gebroederlijk naast elkaar zitten felle ruzies kunnen hebben. Vanaf de eerste naar de vierde verdieping zijn het zes trappen. Mevrouw zorgt goed voor mijn conditie. In de keuken open ik snel de verschillende rode kastjes en lades. Ik vind een geopend pakje met plastic wegwerplepels pak snel een aantal lepels en loop de zes trappen weer naar beneden.
Als ik bij de eettafel ben aangekomen ontvouwd mij een bijzonder beeld. Tegenover mij ziftten drie etende personen, die vanachter het raam door de ochtendzon worden belicht. Ook de hoofdrolspeelster eet haar vla. In stilte lepelt ze lepeltje voor lepeltje de gele Hollandse substantie met een metalen theelepel op.
Ik bied haar een lepel aan. ‘Hier hebt u een witte lepel’. Mevrouw kijkt mij met heldere vragende blauwe ogen aan en zegt met krakende stem. ‘Ik wil deze lepel niet’ en gaat rustig door met het eten.
© Amiad Ilsar.