‘Ik zit niet goed’, klaagt mevrouw. Ze zit duidelijk niet goed in haar rolstoel. Helemaal scheef. Ervaringen uit het verleden leren mij dat ik niet veel kan doen aan haar zithouding. Bij elke poging haar recht op te zetten schuift ze zichzelf weer net zo snel naar beneden. ‘Voel mij niet lekker’, gaat ze verder nog voor ik kan antwoorden op haar eerste opmerking. ‘Daar kan ik helaas niet veel aandoen’, antwoord ik haar met spijt in mijn stem. ‘Geef mij dan maar aandacht’, zegt ze mij terwijl ze met haar hoofd naar de grond gericht is. Tja.. aandacht geven hoe doe je dat, als de hele binnentuin vol zit met bewoners. Het is woensdagmiddag. Pannenkoekenmiddag, de middag waarop hongerige bewoners na de lunch als jonge vogels met geopende snavels zitten te wachten tot er voedsel wordt aangevlogen. Ik kan onmogelijk met haar apart gaan zitten. Mijn bezigheden op deze momenten is vooral in de logistiek. Het aanreiken van benodigdheden zoals margarine, servetten, kopen van stroop en poedersuiker, inspringen bij het bakken of bewoners heen en weer brengen.
Er zijn twee plekken waar in totaal met drie koekenpannen, pannenkoeken worden gebakken. Tegenover elkaar staan twee bakkers en een enkele bakker. Deze enkele bakker is meestal een vrijwilliger, die in de praktijk meestal een jonge volwassen is. Aan de andere kant staan twee gepensioneerde dames, die met volle overgave de wedstrijd aan gaan om hun pannenkoeken donkerder laten bakken dan de lichtbruine pannenkoeken van de overbuurman.
De vrouw die op dit moment klaagt zit aan twee aan elkaar gekoppelde tafels waar een nicht van een van de bewoners helpt met het verstrekken van thee, koffie en het snijden van de pannenkoeken. De klagende vrouw krijgt ook hier na mijn gevoel aandacht. Maar dat is mijn gevoel. Haar gevoel is duidelijk anders.
Omdat er vandaag weinig vrijwilligers zijn en ik aan de solo tafel sta, neem ik haar mee, naar de tafel waar ik bak en waar al een andere bewoonster zit, die ook aandacht wil hebben en eigenlijk al vroeg om naar boven te gaan. Het vragen van een andere plek, terug naar de vaste plek aan de tafel in de woonkamer is vaak een uiting van een gebrek aan directe aandacht. Wat is de oplossing om zoveel mogelijk bewoners de aandacht te geven, waar ze behoefte aan hebben?
Ze dicht bij mij houden. Korte lijntjes geven veiligheid en dus sta ik even later met twee vrouwen aan de tafel. Naast mij en tegenover in hun rolstoel zitten de twee dames, die op deze manier aandacht kunnen krijgen. Even niet alleen in hun wereld op wielen vol met onduidelijke, onverwachte en ongestructureerde prikkels waar ze geen betekenis aan kunnen geven. Voor nog een half uur zitten de twee dames dichtbij mij en moesten de pannenkoeken vragers even een beetje omlopen en was mij bewegingsruimte wat beperkt. Dan willen ze allebei naar boven en vraag ik de jongeman die mij deze dag vrijwillig helpt om hen naar boven te begeleiden.
© Amiad Ilsar.