Ik heb iets leuks te vertellen

‘Heb je vandaag nog iets leuks meegemaakt?’ Deze vraag wordt mij regelmatig door mijn dochter gesteld als ik thuis kom van weer een werkdag. Ze zit naast mij aan de eettafel als ik haar het volgende verhaal kan vertellen.

‘Op zondagen, zoals vandaag vervang ik de gastvrouwen. Dat betekent dat ik tijdens de lunch help met het uitdelen van het eten. Maar voordat het zover is krijgt iedereen, die daar behoefte aan heeft een schort. Ik loop met een bakje vol schorten langs de verschillende tafels en vraag of iemand een schort wil. ‘Verse schorten, hier verse schorten’, roep ik uit. Een dame wenkt mij. Ik wil graag een schort zegt ze. Ik geef haar het in plastic verpakte schort en wil de verpakking eraf halen. ‘ Niet doen’, zegt ze tegen mij. Ik kijk haar verbaasd aan. ‘Het is nog warm’, grijnst ze tegen mij.

De vrouw zit in een deel van de eetzaal die ik later krijg toegewezen om te bedienen. Er zitten aan haar tafel ook nog een echtpaar. Ik mag ze de soep en de hoofdmaaltijd bedienen. Als iedereen die hoofmaaltijd, bestaande uit een keuze van groenten en een braadworst heeft gegeten is er nog een toetje. Vandaag is dat fruit.

Het fruit wordt door een van de collega’s rondgebracht. Ik zit samen met enkele bewoners aan tafel. Op zondag zit er bijna niemand in het personeel kantine en ik vind het best gezellig om samen met de cliënten te eten. Aan de tafel kiezen mijn tafelgenoten van de appels, kiwi’s en sinaasappelen vooral bananen. Dat is eenvoudig te eten wordt er beargumenteerd. Ondertussen hoor ik een verhaal over hoe mevrouw als kind is ondergedoken. Oorlog is elke dag weer een centraal onderwerp. Vanochtend vertelde een meneer mij of ik bepaalde muziek kon opzetten. Muziek die hij in de bevrijding na zijn onderduik tijdens feesten in Nijmegen en Breda heeft gehoord. Oorlog die ineens tijdens een concert wat later deze dag wordt gehouden, van een Israëlisch koor tot onderwerp wordt gebombardeerd. Leuk is dit niet.

De man, die mij even later roept heeft gezien zijn leeftijd zeker ook die vreselijke oorlog overleefd. Mijnheer is altijd goed gekleed, inclusief colbert en stropdas. Hij roept mij naar zijn tafel. Hij wijst naar de banaan. Die ligt voor hem op tafel. De kleur van de schil is wat dof geel en er lijken wat kleine licht bruine plekken zichtbaar. ‘Die is niet goed. Kan ik wat anders krijgen?’

‘Dat kan. Ik ga wat anders voor u zoeken’. Ik kijk rond in de eetzaal. Waar is mijn collega met de fruitwagen? Niemand te bekennen. Ik bedenk mij dat ik in de koeling van de verlaten personeelskantine schaaltjes met ananas op siroop staan. Ik ga een bakje voor hem halen.

Ik loop terug. De kalende man kijkt mij grijzend aan. Hij tilt zwijgzaam de schil van de banaan op. De binnenkant is leeg.

© Amiad Ilsar

 

 

 

 

 

Plaats een reactie