De overbuurvrouw

Onze hoofdrolspeelster zit in de grote eetzaal een beetje in een verborgen en stil hoekje. Op de hoek van een lange tafel kijkt ze de wereld in. Een wereld van verandering. Ze is de enige nog in leven zijnde persoon van een groep van soms wel acht vrouwen en een man, die hier ooit in de middag aan deze tafel hun lunch gebruikten.

Onze hoofdrolspeelster heeft ook haar zus overleefd waar ze goed contact mee had. De zus was een van de weinige cliënten van dit huis die ze tolereerde. Ooit bleef ze met deze zus, die braaf achter de hoofdrolspeelster liep, op het plein. Het plein, was de hangplek op de tweede verdieping. Nu zit ze vaak in de binnentuin. Twee keer per dag. In de ochtend van rond half elf tot twaalf en in de middag nogmaals van half twee tot vier. Bijna elke dag. Een vaste structuur en een vaste plek. Net als veel andere cliënten.

De cliënten, die vaak gebruik maken van de binnentuin vinden al snel een sociaal raamwerk waarin zij aansluiting vinden met anderen die enigszins zijn afgestemd in behoeften en interesses. Door de tijd heen ontstaan er zo vaste groepjes van individuen, die op dit moment vanwege het grote verloop onder de cliënten vooral kortdurend met elkaar verbonden zijn.

Bewoners met fysieke problemen zitten de laatste maanden in het algemeen met de wat cognitief slechter functionerende bewoners van de eerste en tweede verdieping. In deze laatste groep zit onze hoofdrolspeelster. Tot voor kort zocht mevrouw haar eigen plek uit. Schuifelend achter rollator week ze vaak naar links waar haar groepsgenoten rechts gingen. Zo kwam mevrouw in haar eentje te zitten. Tegenover de groep. Nu mevrouw niet meer mobiel zelfstandig is en in een rolstoel zit duw ik haar na de lunch in de eetzaal naar links. Ik verwijder een tweetal stoelen en manoeuvreer de rolstoel achterwaarts zodat mevrouw overzicht heeft op de groep die ruim vijf meter tegenover haar zit.

Nadat ik afscheid van mevrouw heb genomen, keer ik mij tot de groep. Een groot aantal vrouwen kijken mij vooral achter hun brillenglazen aan. ‘Hier is u nieuwe overbuurvrouw’, roep ik hen toe. De groep lijkt geraakt door mijn uitroep en de hoofden draaien een aantal millimeters naar rechts.

De overbuurvrouw leeft op van deze aandacht. Precies zoals ik haar ken. Zoals ze zich zelf lachend noemt, de koningin van het huis. Apart boven het gewone volk staan. Als een balkonscene kijkt de overbuurvrouw nu breed lachend, met een tandeloze mond, naar de overkant. Haar bruine ogen twinkelen van plezier.

Langzaam gaat linkerarm omhoog en begint ze te zwaaien naar de groep. De groep zwaait in een reactie terug een zestal armen en handen bewegen heen en weer en weer heen en weer.

Op weg naar huis zie ik een reclame bord langs de kant van de dreef. Nieuwe buren staat erop.

@Amiad Ilsar

Plaats een reactie