Sjabbat sjalom

Kabbalat sjabbat. Het begin van de sjabbat voor de tweede keer rond de tafel. De tafel waar het de hele week het sjabbat is. Het witte kleed met daarop sjabbat sjalom ligt hier de hele week onder een doorzichtig stuk plastic. In het huis zonder ramen is het elke dag sjabbat. De zelfgebakken challes liggen klaar onder een kleedje, een fles wijn en druivensap uit een koosjere winkel in een Joodse wijk. Een wijk waar veel Joden wonen en winkels hebben. Iets wat ik in Nederland gedeeltelijk ken van een straat in Buitenveldert is hier verspreid over enkele straten met vele grote indrukwekkende synagogen. In deze wijk zie je ook Joden met keppeltjes staan in een kledingwinkel en is er een politiepost met in het Hebreeuws het woord politie aan de poort. Heerlijk een stuk herkenning in een vreemde wereld.

Na onze thuiskomst met de boodschappen kunnen de kaarsen worden aangestoken. Israël zet een, hoe kan het anders, geruite pet op en Sarita gezeten met een roze trui en vest in de rolstoel krijgt het dienblad met de kaarsjes erop. Met aandacht steekt ze twee waxinelichtjes in glazen houdertjes, die uit Nederland zijn meegebracht aan. Ze zegt de bracha, zegening geciteerd door haar dochter na. Dit terwijl Israël nog naarstig op de achtergrond op zoek is na een geschreven versie van door de vrouwen uitgesproken zegening van de sjabbat kaarsen. ‘Vermoeiend’, zo omschreef Hadas onze sjabbat hier aan een kennis in Nederland. ‘Opa loopt heen en weer’, schreef ze als antwoord waarom. De constatering van Hadas is waar. Israël loopt veel. Maar nu komt hij even tot stilstand en luistert hij samen met alle aanwezigen naar de woorden uitgesproken door zijn vrouw. Ontroerend. Hier staan wij na zes jaar weer even enkele momenten samen. Samen het ingaan van de sjabbat delen. Met een zestallig ‘sjabbat sjalom’, die een onbeschrijfbaar warm gevoel bij mij oproept, gaan wij later in de avond voor de maaltijd verder met de ceremonie.

Vandaag ben ik het die de zegening over de wijn mag uitspreken. Iedereen gaat staan als ik met het met wijn gevulde glas op sta. Iedereen of bijna iedereen. Sarita blijft zitten in haar rolstoel. In de wereld van mijn persoonlijke herinneringen was het verleden week dat ze rond een kleine tafel een aantal straten hier vandaan naast ons in het voor onze vakantie gehuurde appartement stond. Net als alle aanwezigen, kon ze zes jaar geleden nog staan en ook lopen. Met wat moeite dat wel, maar het ging.

Op ruim elf duizend kilometer hiervandaan aan de rechthoekige tafel, met de hangende brandende lampen, waar ik normaal de zegening uitspreek zit tegenwoordig ook een vrouw, niet in staat om staand de zegening te horen. Mijn moeder, mijn schoonmoeder, de wereld om me heen takelt af. De voortgang van de tijd doet het bestaande leven afbrokkelen. Menselijke ruïnes. Die misschien als we oud genoeg worden ook onze eigen toekomst zullen vormen.

Terug in het hier en nu, concentreer ik mij op de voor mij zo welbekende tekst van de zegening. Elke vrijdag dezelfde tekst elke vrijdag andere gasten, andere omstandigheden en soms een andere plek. Een mooi moment. Afsluiting van een week, waar ik ook ter wereld ben. Een terugkerende herkenbare ceremonie in een als maar veranderende wereld. Vandaag hier rond de gedekte tafel. Een groot deel van mijn familie bij mij. Een ander deel in Israël en een deel in Nederland. In een moment de hele wereld verbonden.

Behalve de familie zitten rond de tafel nog twee personen. Twee vrouwen. Moeder en dochter. Moeder helpt Sarita wanneer nodig in de nacht. Dochter heeft vakantie en komt mee. Ze slapen bij elkaar in een bed. Vijf nachten per week zijn ze er van vijf uur in de middag tot vijf uur in de ochtend. De vrolijk gezette moeder met gitzwarte haren en lichtbruine huid, werkt overdag als zuster in hetzelfde ziekenhuis waar de broer van Anna, Isaac als arts werkt. Isaac werkt twee diensten om onder andere deze hulp voor Sarita te betalen.

Thuiszorg is minimaal geregeld in dit land waar je in een drukke winkelstraat om de twee meter een man of vrouw staat die je ‘gambia, gambia’, toeroept. Wisselen, wat gambia betekent op de zwarte markt, wordt openlijk naast de patrouillerende politie aangeboden. Deze agenten hebben als taak een indruk van veiligheid te creëren en zijn met hun kogelwerende vesten en wapens misschien ook enigszins afschrikwekkend. Hier worden mensen vermoord om een mobiele telefoon of een fiets. Berovingen waarbij het slachtoffer koelbloedig met enkele gerichte schoten wordt vermoord. Vele huizen hebben een bewakingshek voor de ingang. Hekken bewaken ook kleine winkels vaak op hoeken, zogenaamde kiosken waar je onder andere snoep, drank en sigaretten kunt kopen. Na het invallen van de duisternis, wordt koopwaar door een opening in een hek aangereikt. Winkel en verkoper worden geheel afgeschermd.

Bij het gebrek aan de thuiszorg wordt Sarita verzorgd door verzorgsters die de familie inhuurt. Daarom zitten nu er twee gasten aan de tafel, die met ons de sjabbat inluiden. Samen hebben we op de zegening van de kaarsen door Sarita geantwoord met een sjabbat sjalom, samen hebben we gezongen en zij geluisterd naar de sjabbatliederen en samen staan we nu rond de tafel voor de zegening van de wijn. Als ik de zegening heb uitgesproken drinkt een ieder rond de tafel een beetje van de wijn en druivensap en zijn we bijna zo ver. Het eten van de maaltijd. Maar daarvoor moet eerst nog symbolisch onze handen worden gewassen. Het begieten van de handen met een beker geschied met een plastic bekertje. Het plastic bekertje was gezien de tekst die erop staat ooit gevuld met zure room. Israël houdt van recycling.

Mijn schoonouders hebben geen speciale kan voor deze handeling. Wij, ons gezin, zijn ook de enige die hier in de keuken staan. Dit gebruik gaat voor mijn schoonouders te ver. Vanuit hun eigen belevingswereld kennen ze dit niet. Het zegenen van de challes wel. Israël heeft een voorkeur voor een zoete challe met rozijnen. Nadat mijn dochter de zegening over de challes heeft uitgesproken krijgt iedereen een stukje gedoopt in zout. Haar opa krijgt zijn stukje nadat deze in de honing is gedoopt. Sjabbat sjalom.

© Amiad Ilsar

Plaats een reactie