Tagarchief: begeleiden

De roze wolk

Het was gisteren de meest deprimerende dag van het jaar. Een psycholoog met de naam Cliff Arnall heeft deze dag in 2005 uitgeroepen na een berekening via een door zichzelf bedachte formule. Door het mislukken van de goede voornemens en het nog ver zijn van de vakanties zou de mens vandaag, de derde maandag van januari een grote neerslachtigheid ervaren. De grijze deken, die de dag niet laat ontwaken, voegt hier vast aan toe. Alleen wordt de gesteldheid van het weer niet als variabelen genoemd. Na een lange tijd van invloed van depressies, zijn de deze op de weerkaart wat verder op de oceaan te vinden. In samenhang met een naar onze richting dalende rug van hogedruk liggen wij vandaag tussen deze twee systemen in en is het windstil, grijs en somber.

Vandaag is het buiten nog steeds grijs. Als ik de deur van de activiteitenruimte open moet ik ook meteen het licht aandoen om de duisternis in deze kamer te verdrijven. Het licht openbaart een zeshoekige tafel die met grote precisie in het midden lijkt te zijn geplant. De tafel is gedekt met een wit tafelkleed een zestal witte borden, bestek, glazen een afvalbakje  en een mandje met daarin broodbeleg. Als een geschilderd stilleven staan de zaken bevroren op de tafel. Het wachten is op de eerste bewoners, die hier binnen een aantal minuten de mogelijkheid hebben in een zelfredzaamheidsgroep te ontbijten. Omdat de meeste bewoners op een rolstoel zitten, til ik vijf van de zes stoelen naar de gang. Ik haal in de woonkamer van de afdeling brood, kaas en eieren. Mijn collega, zet ondertussen koffie en thee.

In de woonkamer van de afdeling zit inmiddels al een van de bewoners. Een vrouw, gekleed met een donkerroze trui van meer dan negentig, gekluisterd aan haar rolstoel. Met rechte rug wacht zij bij de gedekte tafel. Zij gaat bij ons eten en zal dus niet aan deze tafel ontbijten. Deze plek is niet meer dan een tijdelijke stop op weg naar het ontbijt. Mevrouw wacht op iemand, die haar naar de activiteitenruimte zal rijden. Het is uiteindelijk mijn collega die haar op haalt. Eenmaal binnen wend ik mij tot haar. ‘Wat wilt u drinken’, vraag ik. ‘Thee’, is het duidelijke antwoord. Het is verrassend dat mevrouw zo duidelijk kan praten. De fysieke toestand van mevrouw geeft de indruk dat ze weinig begrijpt en in het verlengde hiervan verwacht je niet dat mevrouw zo duidelijk kan praten. Mevrouw krijgt haar thee met verdikkingsmiddel tegen het verslikken en ook een tosti. Ik snijd de tosti. Mevrouw kan dat niet meer zelf. Haar verstijfde spieren laten deze activiteit niet meer toe. Maar hiermee zijn wij niet aan het eind van de mogelijkheden van mevrouw gekomen. Mevrouw wil een ei. Hier liggen mogelijkheden. Om het ei te snijden kunnen we een eiersnijder gebruiken. Met weinig kracht kan een aantal mesjes naar beneden worden gebracht om het ei aan stukken te snijden Ik leg het ei met de geopende messen voor haar op het bord. ‘Snijd u het ei’, vraag ik. Een stijve moeilijk bewegende aantal vingers omklemmen het handvat van de mesjes die naar beneden worden gedrukt. Het ei opent zich in een aantal plakjes en is gereed voor consumptie. Een kleine betekenisvolle actie op een dinsdag, die meer en meer roze schijnt te kleuren als de volgende bewoonster, die zelfstandig op de rolstoel komt aanrijden ook een rozerode trui blijkt te hebben. ‘Mag ik binnenkomen’ vraagt ze. ‘Natuurlijk u bent welkom’, antwoord ik haar. Ze neemt zelfstandig de bocht en rijdt de ruimte in. Bij het inparkeren aan de tafel heeft ze hulp nodig. Vanzelfsprekend kan ze die krijgen. Begeleiden betekent balanceren tussen doen en laten doen. Mevrouw kan haar gevraagde koffie niet inschenken. De kan is te zwaar. Ook haar eigen brood kan ze niet smeren. Maar wat kan ze dan wel. Denk in het klein en presteer groots. Het maken van een tosti bestaat uit vele kleine deelstappen, die beginnen met het pakken van een boterham uit het mandje. Spontaan en zo gewoon mogelijk bied ik mevrouw het mandje aan. ’Pakt u maar twee boterhammen’. Met de stijve vingers met rode nagellak gelakte nagels wordt een bruine boterham gepakt en nog een. Margarine smeren kan mevrouw niet. Nog niet. Want ondanks haar moeilijkheid met de fijne motoriek denk ik dat mevrouw weldegelijk iets kan betekenen in het zelfstandig smeren van een boterham. Wij kennen elkaar nog niet lang genoeg dat wij beiden ons zo veilig voelen om met elkaar een uitdaging aan te gaan. Maar een plakje kaas uit de schaal pakken en op de door mij gesmeerde boterham leggen kan met gemak en dat doet mevrouw zonder enige problemen evenals de geopende suikerzakjes en melkcupjes in haar kopje koffie leeggooien.

Een volgende kandidaat voor het ontbijt wordt gebracht. Ook deze vrouw zit in een rolstoel. Ook deze vrouw heeft een roze trui aan met daarover heen een zwart vest. Ook zij heeft rood geverfde nagels. Ook zij kan wegens motorische problemen niet zelfstandig ontbijten. Maar ook zij kan suiker en een wolk melk zelfstandig toevoegen. Ook zij kan een plak kaas op de boterhammen leggen en ook zij kan een ei snijden met behulp van de eiersnijder. Als wij denken in het klein kunnen wij in het groot uitpakken. Wij zijn in dit geval onze oude en beperkte medemens. Degene die zorg zoekt en daarmee het risico loopt de totale controle over zijn leven kwijt te raken. Hoe makkelijk nemen wij met de zorg alle taken over, die een persoon nog zelf zou kunnen doen. Het is makkelijk om even snel een kop koffie te maken, een tosti te bereiden en een ei te snijden. Wij doen dit met gemak en snel voor de mens die onze zorg vraagt. Maar de vraag is of wij daarmee onze zorgvrager te snel tot een hulpeloos en afhankelijk mens maken, die niet meer kan dan vragen om hulp. Voor mij eindigt dit ontbijt in een roze wolk van euforie, die de grijze wereld voor even breekt.

©Amiad Ilsar.