De verrassing

De verrassing

In de binnentuin zijn op het middaguur geen levende wezens te vinden. Alleen lege rieten stoelen en tafels vullen de ruimte. Maar dan verschijnt een tenger vrouwenlichaam achter een voor mij vreemde driehoekige rollator en begint het volgende verhaal.

De verschijning van onze ruim honderd en daarmee oudste bewoonster in deze leegte roept mij vragen op. Weet iemand hiervan af? Mag mevrouw hier alleen rondlopen? Ik pak mijn telefoon uit mijn zak en bel de verzorging van de eerste verdieping waar mevrouw woont. ‘Mevrouw in de binnentuin?’ Klinkt de stem van de zuster verbaasd als ik meld waar mevrouw nu rondloopt. “Moet ze naar boven?’ Mijn vraag wordt bevestigend beantwoord. Ik besluit haar naar boven te brengen.. Ik spreek mevrouw aan in hoeverre dit gaat, want de jaren hebben hun sporen op het gehoor van mevrouw achtergelaten. Ze hoort bijna niets meer. Met veel gebaar leg ik haar uit dat ik haar naar boven begeleid.

De binnentuin heeft toegang tot een grote lift aan de voorkant en twee kleinere aan de achterzijde. Aangezien wij ons dichter bij de achterzijde bevinden, lopen wij samen via de eetzaal naar de achterste liften. Lang geleden heb ik mij ooit tijdens het Poeriemfeest een soort carnaval verkleed als oude vrouw en liep ik gebogen achter een rollator over de paden in een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking waar ik toen werkte. Terwijl je hele lichaam en gedachten al vele stappen verder zijn, wordt je beperkt door je rol en de rollator. Even voel ik mij als toen. Met voor mij minimale stappen schrijden we door de eetzaal, terwijl mijn hoofd en lichaam verder willen. Stap voor stap, stap voor stap, stap voor stap, seconden lijken minuten, minuten lijken uren. Het magere ranke van mevrouw duwt haar rollator voorruit, het lichaam naar rechts gebogen. Een knotje houdt haar dunne witte haar in vorm. Met de linker lift maken we de beklimming naar de eerste verdieping. Boven gaat het weer stap voor stap, nu richting haar kamer. Halverwege de gang bevindt haar kamer zich aan de rechterkant. De deur staat open.

Met krakende stem deelt ze mij mede dat ze naar de blauwe stoel wil. Deze staat bij het raam bijna recht tegenover de ingang. Ik help haar richting de stoel, lopen door de kamer drie meter en we zijn bij de stoel. Een draai naar de stoel en ze laat zich langzaam zakken. Ze slaakt een zucht van verlichtingen lijkt heerlijk te genieten van dit moment. Even weer het oude lichaam de rust geven. Ze zwaait vriendelijk tegen mij als ik mij omdraai en de kamer uitloop. De rollator blijft voor haar staan en de deur een stukje open.

Ik ga richting de vierde verdieping waar ik het een en ander regel voor de volgende activiteit van de vrijdagmiddag. Ik ben echter de bloemen voor de sjabbat, het einde van de week vergeten en ik loop de trap naar beneden af. Ik volg de gang naar de receptie, loop bij de ingang links langs de lift van de voorzijde. Naast deze lift staan twee stoelen naast de liftdeur. Een rechts een links. En daar zit ze dan op de linker stoel de driehoekige rollator voor haar. Met een brede glimlach en een arm zwaai verwelkomt mevrouw me opnieuw. Ikzelf pak de bloemen uit ons kantoor en ga weer naar de vierde. Mijn telefoon blijft in mijn broekzak.

© Amiad Ilsar

Plaats een reactie