Tagarchief: het straatje

Het straatje

Zomaar een dinsdagmiddag. Het restaurant in het verzorgingshuis, is omgetoverd tot een museumkunstzaal. Er is een negen meter doek met reproducties van Vermeer opgesteld.  

Er staan twee mensen voor de opstelling van Vermeer. Mijn aandacht gaat naar hun handen. Ze houden elkaar vast. Hun linker en rechterhand in elkaar verstrengeld, terwijl ze kijken naar kunst van honderden jaren geleden. Hun hoofden naar elkaar gebogen. Hun kleding aan elkaar gepast. Een beetje oversized, groen, grijs en blauw. De goudbruine kleur van het half lange haar van de jonge vrouw loopt over in de goudbruine lijst van het werk van Vermeer waar ze voor staan  Zijn haar heeft de kleur van de oudheid bereikt en het lichte grijs steekt af tegen het donkere paneel waar vier belichte reproducties hangen. Waarom juist deze is mijn vraag. Wat was het criteria. Ik kom er later achter. De verklaring is heel eenvoudig. De vier schilderijen zijn in het bezit van het Rijksmuseum. Het meisje met de parel hangt in Het Mauritshuis. Om alles dus bij elkaar te krijgen was het eenvoudiger voor het Rijksmuseum om een dergelijke tentoonstelling te regelen. Maar ik denk dat de kleindochter en de grootvader daar niet mee bezig zijn. Ze lijken zich te beperken tot het hier en nu. Samen kijken ze naar het schilderij wat het straatje wordt genoemd. Verbonden met de handen, met elkaar verbonden met de ziel voor een schilderij waarbij Vermeer de imperfectie weergeeft. De barstten in de gevel, de niet afgeschilderde kozijn, de van de vuile kleding van degene die op het bankje ging zitten een geelachtige kleur kreeg. Allemaal symbolen om de imperfectie weer te geven.   

Met deze woorden wil ik juist het omgekeerde doen. Ik wil de perfectie weergeven. Een moment te verwoorden waar voor mij twee generaties gekoppeld met handen genieten van een klassiek schilderij.  

Dit contact had nooit plaatsgevonden als het Rijksmuseum tijdens de corona epidemie niet met dit initiatief was gekomen om als cliënten niet na het museum kunnen komen het museum naar de mens te brengen. 

Maar er is nog meer. Dit had nooit gebeurd als de kleindochter niet de moeite had genomen om haar opa te bezoeken en op een dinsdagmiddag de schuifdeuren van de entree binnen te lopen. Het is niet vanzelfsprekend. Er lopen hier niet zoveel kleinkinderen naar binnen. Bezoek en aandacht zijn zo belangrijk. Het geeft een gevoel om ertoe te doen. Iemand die naast je zit, naast je staat.  

Ik zie dat de man in zijn rechterhand een wandelstok heeft en naar het schilderij wijst. Het boeit hem duidelijk. Er is een gedeelde aandacht. De man deelt zijn kennis, zijn verwondering, zijn zijn. In een tijd dat iedereen gekluistert is aan de schermen, staan hier een opa en kleindochter kunst te bewonderen.  

Ik maak een foto. Een foto die mij ontroert. Zomaar een tafereel op een dinsdagmiddag in juni. 

Dank kleindochter, dank Rijksmuseum, dank Johannes Vermeer

@Amiad Ilsar