Woensdag

Woensdag is een lange dag. Bijna tien uur nadat ik mijn dochter en echtgenote bij het kinderdagverblijf in het verpleeghuis heb afgezet, kom ik ze ophalen om naar huis te gaan. De werkdag zit erop. Ik loop het verpleeghuis in. Ook hier is er een sluis functie net als op mijn werklocatie. Ook hier hetzelfde bedrijf dat langskomt om damesmode te verkopen, gezien het affiche dat op de deur is geplakt. Ik vraag mij altijd af wat je kunt verdienen aan mode voor ouderen in verpleeghuizen, waar geen contant geld is en betaalpasjes kwijt zijn, of er geen code bekend is. 

Nadat ik de sluis heb gepasseerd kom ik in een ruimte, een hal, die is ingericht als terras met ronde tafeltjes waarop plastic tafelkleden en stoelen staan er omheen. Dat alles op een zwart witte geblokte vloer. 

Aan het eind van de ruimte zijn er twee deuren waarop een blaadje papier is geplakt, met de tekst sluit alstublieft de deur achter u. Een verpleeghuis ziet zich vaak gedwongen op verschillende plekken deuren te sluiten. Ik moet achter de deuren zijn, daar is de kinderopvang.

Daar is groei ontwikkeling. Aan deze kant van de deur is het vooral verval. Hier schuifelt een man rond. Kleine passen zijn voetzolen schuiven in kleine passen over de vloer. Te oud om nog te kunnen optillen. Ksss, ksss gaat het. De man is gekleed in donkere zwabberende kleren. Uit de tijd dat hij groot, gezond en sterk was. In dit hoekje voor de deuren die gesloten moeten blijven is een soort tafereel van een vroegere leeskamer, met wat boeken, kranten, aangename stoelen en een kleine ronde tafel. Ziet de man dit, vraag ik mij af. Zijn hoofd is gebogen. Met een zwarte pet erop vanwaar de klep naar de vloer wijst doordat hij zijn hoofd niet meer recht kan houden. De man is in zichzelf gekeerd en kijkt mij niet aan. Ik loop door hem onopgemerkt langs hem heen en sluit de deur nadat ik er doorheen ben.  

In de wereld achter de deur ontmoet ik mijn familie, die met de vader van de laatste overgebleven kinderen praten. In deze wereld is oogcontact, kleurig speelgoed, ontwikkeling, hoop, plezier. Als de kinderen met hun vader zijn vertrokken sluiten de deuren van het kinderdagverblijf en open ik de verbindingsdeuren weer. Ik, wij staan op de geruite vloer. Rechts van ons de man. Hij is er nog steeds, inmiddels zijn we vijf minuten verder. 

Meneer is er nog maar hij schuifelt niet meer. Hij klopt nu op de stoelen. Met twee handen klopt hij op de ruggen van de lichtgroene stoelen. Een, twee, drie, hij gaat het rijtje af. Hij gaat nadat hij alle stoelen heeft gehad weer naar de eerste. Waarom zou hij dit doen? Ik heb geen idee. Wat ik wel weet is dat de man in de stilte van zijn omgeving met zijn verschijning veel emotie bij mij oproept. De eenzaamheid en het verval. Ooit vast een weldenkend persoon, nu eenzaam scharrelend op een vierkante meter. Herkenbaar en triest. Zeker in contrast met de wereld achter de deuren. 

Terwijl ik meneer nog aan het observeren ben verschijnen er twee dames in rolstoelen op het toneel en terwijl mijn jongste dochter ze passeert begint er een nieuw hoofdstuk op deze woensdagavondBeantwoordenDoorsturen

Deelvenster Genodigden gesloten

Plaats een reactie