Ik zit met mijn computer op schoot. Ik heb deze zin eerder opgetikt. Er kwam een heel verhaal achteraan over de verschrikkingen over de beestachtigen aanval van terroristen op onschuldige burgers in Israel, waar ik geboren ben en na dat ik hier opgegroeid was nog zestien jaar heb gewoond. Ik wil er veel over zeggen hoe aangeslagen ik ben, hoe verdrietig, hoe moeilijk het is om optimistisch te blijven, hoe boos ik ben over de barbaarse aanval en hoe de wereld niet begrijpt dat de terroristen verantwoordelijk zijn voor al de ellende aan beiden zijden. Ze treffen ook hun eigen volk. Ik wil hier geen politiek bedrijven en heb daarom de andere tekst die al bijna klaar was niet afgemaakt. Hij is niet geschikt te publiceren.
Het geeft allemaal wel aan hoe ingrijpend dit alles voor mij is. Ondanks mijn gevoelens, ondanks mijn emotionele situatie moet ik door. Ik moet alles wegstoppen en open staan voor de bewoners. Ik weet dat het niet geheel mogelijk is. De bewoners die ik ontmoet juist degene met grote cognitieve problemen zullen voelen wat er bij mij speelt.
Ik weet nog hoe ik last had van een liesbreuk, talrijke jaren geleden en ik met pijn in mijn lies een plekje zocht in een kamer in een instelling voor mensen met een ernstige verstandelijke beperking. Daar werkte ik toen. Ik ging op de grond zitten bij een bed en niet veel later kwamen er een aantal kinderen en jong volwassenen – allemaal met een ernstige cognitieve beperking – binnen en ze kwamen naar mij toe. Ik werd met opvallende zachtheid benadert ook door de meest wilde kinderen. Het voelde voor mij aan of ze mijn fysieke pijn voelden.
We zijn zoals we zijn. Staan als zorgmedewerkers altijd klaar om onze clienten te ondersteunen, te verzorgen en een mooie dag te bieden. Onze gemoedstoestand moeten we wegmoffelen, maar zal nooit verdwijnen en voelbaar blijven. De diepe gevoelens van ontzetting, angst, wraak en verslagenheid zijn een deel van ons en neem ik deze dagen mee de beveiligde entree in. Stond er maar een prullenbak met het opschrift emoties naast de toegangsdeur. Ik heb emoties, alle medewerkers hebben emoties, maar ook de clienten, die nog redelijk goede cognitieve vermogens bezitten, hebben deze dagen emoties, emoties die worden opgerakeld door de nieuwsberichten.
Een vrouwelijke bewoonster met beginnende dementie, vertelt mij elke ontmoeting die we dagelijks hebben hetzelfde. Het feit dat ze altijd wil ontsnappen aan haar belofte om hulp te bieden bij activiteiten. Zij maakt die afspraak en verdwijnt, zegt ze zelf. Gaat wandelen. Elke keer weer. Vandaag zwijgt ze als ik haar in de lift ontmoet. Ze gaat mee doen met het challe brood te vlechten. Ze vertelt mij duidelijk en bondig over de chaos in Israel en over het feit dat twee kleinzonen zijn opgeroepen door het leger als reservist. In die minuut in de lift zie ik een betrokken, bezorgde oma, die een geheel ander verhaal vertelt dan normaal. De werkelijkheid en de daarbij behorende emoties hebben haar scherp gemaakt.
Aan het eind van de dag komt een jonge vrijwilliger naar mij toe. Hij bedankt mij voor de bloemen voor zijn verjaardag en in een adem zegt hij dat hij na het weekend naar Israel gaat. Opgeropen voor het leger. Over een maand zien we elkaar hopelijk weer.
Hij geeft mij een hand en ik kijk in zijn donkerbruine ogen.
‘Keer terug in vrede’.
@Amiad Ilsar